Eindelijk gevonden. In een doos achter in de garage. Geklemd tussen 50 andere floppies. Op het etiket “Repositionering Chemische Courant”. Toch gelukt. Maar nu? Kan ik ‘m nog lezen? Heb ik een floppy disk lezer? Nee. En trouwens, heb ik nog MacWrite waarin ik het rapport geschreven heb? Ook niet.
Hoe dan? Niks dan, gewoon jammer. Maar graven in m’n geheugen naar wat er in stond. Reconstrueren.
Jaar: 2016
Tijdschrift voor Historische Geografie
Bij Uitgeverij Verloren verscheen het eerste nummer van het Tijdschrift voor Historische Geografie (verder: THG). Het tijdschrift bouwt voort op het Historisch-Geografisch Tijdschrift (verder: HGT) dat in 1983 geïntroduceerd werd door Uitgeverij Matrijs.
Kleine markt, twee vaktijdschriften
Opmerkelijk is dat THG naast HGT zal verschijnen en het niet gezien moet worden als vervanger van HGT. Historische geografie handelt over de nog steeds voortdurende transformatie door menselijk handelen van het oorspronkelijke natuurlandschap. Bijvoorbeeld door het ontstaan van dorpen—die in de loop van de tijd geregeld uitgroeiden tot steden—en de toevoeging aan het natuurlandschap van andere cultuurhistorische elementen. Daarover schrijven zowel HGT als THG.
Op de Wikipedia-pagina van HGT staat onder de kop ‘Concurrentie’ het volgende: “Vanwege meningsverschillen over de opzet en inhoudelijke koers van het tijdschrift, stapte de redactie in oktober 2015 over naar Uitgeverij Verloren, om daar het Tijdschrift voor Historische Geografie te maken …”. Naar verluidt ziet Uitgeverij Matrijs meer toekomst in een populair-wetenschappelijke variant van het tijdschrift, terwijl de redactie wil vasthouden aan een onversneden wetenschappelijke benadering.
Alhoewel de belangstelling voor historische geografie nog steeds schijnt te groeien, is het zeer de vraag of die markt groot genoeg is voor twee vaktijdschriften. “We zullen zien”, antwoordt Thys VerLoren van Themaat, oprichter en directeur van Uitgeverij Verloren, desgevraagd.
Tijdschrift voor Historische Geografie verschijnt in 2016 vier maal.
Ben je een lezer of een luisteraar?
Uitgevers moeten het hebben van mensen die graag lezen. Toch zijn er veel mensen die liever luisteren. Een beroemd verhaal over dit verschil is het volgende.
De Amerikaanse vijfsterrengeneraal Dwight D. Eisenhower was in de Tweede Wereldoorlog (1942-1945) opperbevelhebber van de geallieerde strijdkrachten die in Europa tegen nazi-Duitsland vochten. Hij was toen niet alleen een succesvol legerleider, maar ook befaamd om zijn glasheldere antwoorden op vragen van journalisten bij persconferenties.
Cobouw wordt weekblad
Cobouw heeft een lange historie die volgens de eigen Wikipedia-pagina terugvoert naar 1857; daarover verderop meer. Medio maart startte de ‘ombouw’ van het sinds 1961 ‘dagelijks’—vijf dagen per week—verschijnende dagblad, naar een wekelijks tijdschrift. Het einde van de ombouw staat gepland voor 3 juni aanstaande. Tijdens de verbouwing verschijnt de krant nog tweemaal per week, en heeft het weekblad een omvang van 36 pagina’s. Na 3 juni verdwijnt de krant van het toneel en verdubbelt het aantal pagina’s in het magazine. Het bouwnieuws verschijnt voortaan online.
Procrastinatie? Deadline niet gehaald?
Procrastinatie? Deadline weer eens niet niet gehaald? Een incident of een structureel probleem? In dat geval is er grote kans dat er een procrastinator, een stelselmatige uitsteller, op een steutelpositie zit.
De Zaak wordt online-magazine
Deze maand verscheen het laatste papieren nummer van De Zaak, het magazine voor ondernemers. Het magazine verschijnt voortaan alleen nog online. Het eerste nummer van De Zaak verscheen in december 1991 en de papieren uitgave heeft het daarom 25 jaar volgehouden.
Online
Dit jaar zullen nog zes online edities verschijnen, de volgende in de maand mei. Het online magazine is niet de enige digitale troef van uitgeverij Dutch Network Group: recent werden een app en een geheel vernieuwde website geïntroduceerd.
ING-bank
De Zaak werd lange tijd uitgegeven door Small Business Publishing (SBP), een onderdeel van de ING-bank. In juli 2013 nam Dutch Network Group alle aandelen en activiteiten van SBP over van ING-bank.
Infografieken: Oh, zit dat zó
Natuurkundepracticum, studie scheikunde, eerste jaar. Mijn vriend Wout Davids en ik moesten de lading van een electron bepalen met de proef van Millikan. De metingen en de foutenanalyse leverden andere resultaten dan de handboeken. Wat te doen? Ik besloot een tekening te maken, een van mijn eerste infografieken. Een half opengewerkte opstelling. De assistent die ons verslag moest beoordelen was even sprakeloos. “Dus zó ziet het apparaat er van binnen uit!”. Wij kregen een goed cijfer.
Uw doelgroep is multicultureel!
Realiseert u zich dat uw doelgroep multicultureel is? Houd u daar voldoende rekening mee?
In Nederland wonen nu meer dan 3,5 miljoen mensen van buitenlandse herkomst. Heel veel van die mensen hebben Nederlands geleerd, lezen ook Nederlandse tijdschriften en boeken. Maar met name de ruim 2 miljoen mensen uit niet-westerse landen hebben wel een andere culturele achtergrond, dus ook een ander referentiekader dan autochtone Nederlanders.
Sdu slaat terug:
Advocatie | magazine.nl
Er kon natuurlijk op gewacht worden: een antwoord van Sdu Uitgevers (verder: Sdu) op het vertrek van Advocatenblad naar Boom Juridisch (zie mijn post: “Advocatenblad groeit uit tot platform“). In een post van december vorig jaar (“Advocatenblad: orde op zaken“) hintte ik al naar een reactie van Sdu in de vorm van een concurrerend magazine. Dat is er sinds vorige maand in de vorm van het online Advocatie|magazine.
Veelzijdig
Het is een veelzijdig magazine met juridische updates, waarvan dit jaar nog vijf edities verschijnen. De veelzijdigheid komt niet alleen tot uiting in het groot aantal verschillende artikelen, maar ook doordat de mogelijkheden van online goed benut zijn, zonder daarin ‘door te schieten’. De navigatie is logisch en verdwalen in het magazine lijkt me niet mogelijk.
Natuurlijk staan er ook advertenties in Advocatie|magazine. Die pagina’s zijn gelabeld met de tekst ‘sponsored by …’. Alleen ABN AMRO houdt het bij ‘een plaatje met tekst’. Adverteerder Grant Thornton brengt al iets meer interactiviteit in zijn advertentie omdat er iets te scrollen en aan te klikken valt. Legal Intelligence vertelt zijn verhaal via een YouTube-filmpje. Pels Rijcken laat met een beeldvullende commercial het YouTube-niveau achter zich. Het advocaten en notarissenkantoor nodigt onder de titel ‘De jonge meesters van Pels Rijcken’ derde- en vierdejaars rechtenstudenten uit om deel te nemen aan een driedaagse ‘businesscourse’. Een geweldige manier—en goed uitgevoerd—voor Pels Rijcken om vroegtijdig zicht te krijgen op talent.
De Stand van de Advocatuur
In Advocatie|magazine kom ik ook ‘een oude bekende’ tegen: De Stand van de Advocatuur en het Notariaat, het jaarlijkse trendonderzoek naar grote advocaten- en notariskantoren in Nederland. Dit onderzoek werd ooit bedacht door Pablo van Klinken van het Amsterdamse KSU Uitgeverij (verder: KSU). Het is goed om te merken dat het onderzoek de overname van KSU door Sdu in juli 2010 heeft overleefd, en nu een prominente plaats inneemt in Advocatie|magazine. Wat natuurlijk ook kan, is dat de overname van KSU ingegeven werd door de wens van Sdu ‘De Stand’ te kunnen inlijven.
Hoe het ook zij: de advocatuur en het notariaat hebben er met Advocatie|magazine een prachtig medium bijgekregen.
Branded Content:
Oude wijn in nieuwe zakken
Alle lof voor generatie Y. Vol frisse ideeën, genoeg ervaring om generatie Z aan te sturen. De wereld ligt open dankzij internet. Lokale initiatieven kunnen worden opgeschaald tot wereldniveau. De buren zijn even dichtbij als hartje Afrika of Tahiti.
Muur
Een voorbeeld van zo’n fris idee? In de Nieuwsbrief Stimuleringsfonds voor de Journalistiek lees ik een artikel over “Nieuwe muur tussen redactie en commercie”.
Creativiteit: laat je inspireren
Wat is creativiteit? Er zijn evenveel definities van creativiteit als er mensen zijn die over dit onderwerp nadenken.
Makkelijker is het om te bepalen wat het resultaat van creativiteit is: verandering, nieuwe produkten, nieuwe diensten, nieuw denken. Gewoon of “disruptief”. Creatief zijn als jonge starter en groeien, met vallen en opstaan, of ambitieus, snel naar het hoogste platform (“blitzscaling”) en dan gloreren of te pletter vallen.
Zijn je mensen wel fit genoeg
om te communiceren?
Als je merkt dat een medewerker van je team slecht functioneert zie je vaak ook dat die slecht communiceert met collega’s. De oorzaak kan te maken hebben met de werksituatie. Klikt het tussen de teamgenoten? Is er onderling vertrouwen? Zijn hun taken en verantwoordelijkheden in evenwicht met hun talenten en vaardigheden? Krijgen ze genoeg ruimte voor hun creativiteit?
Elsevier: ‘rare’ open brief van 100
In de NRC van 18 maart jl. verscheen een soort ‘open brief’ van 100 verontruste Nederlanders. Zij vinden dat RELX Group (verder: Reed Elsevier) niet mag eisen dat Elsevier—het weekblad—zijn naam moet veranderen.
Advocatenblad groeit uit tot platform
Het eerste nummer van Advocatenblad van dit jaar is verschenen. Een bijzonder nummer: het eerste nummer dat Boom Juridisch (verder: Bju) voor de Nederlandse Orde van Advocaten maakt. Het eerste nummer ook van een reeks waarin het Advocatenblad moet uitgroeien naar een platform voor de advocaat. De hoop leeft dat de transformatie in 2018—wanneer Advocatenblad zijn 100-jarig bestaan viert—voor een belangrijk deel gerealiseerd zal zijn. Op zich is het nauwelijks bijzonder dat Advocatenblad moet uitgroeien tot een platform: is er nog een uitgever te vinden bij wie die term niet in de mond bestorven ligt? In gesprek met Wirt Soetenhorst en Steven Nooy, respectievelijk Directeur/uitgever en Manager Commercie van de uitgeverij, wordt snel duidelijk dat voor deze heren ‘platform’ geen term is uit de categorie ‘jeukwoorden’ van NRC-columnist Japke-Doutzen Bouma. Misschien komt dat door de doelgroepen die Bju bedient.
Verslingerd aan papier
Terwijl ik nog nadenk over de verhalen van Soetenhorst en Nooy, verschijnt in Het Financieele Dagblad een bericht over het wel en wee bij Wolters Kluwer, waarin Nancy McKinstry, CEO van Wolters Kluwer, aan het woord komt. De kop van dat artikel is veelzeggend: “Aan papier verslingerde advocaten drukken winstgroei Wolters Kluwer”. Met enig aplomb wordt gezegd dat Wolters Kluwer nog maar 17 procent van de omzet uit papier haalt; de rest komt uit online-uitgaven en -diensten. Zo niet bij de juridische divisie waar nog 41 procent van de omzet uit papieren producten komt. Het artikel gaat verder met: “Volgens McKinstry biedt de juridische uitgeverij daarmee het nodige opwaartse potentieel. Per saldo verschillen de informatiebehoeften van de advocatenkantoren niet van die van andere doelgroepen, die nu al volop digitaal hun professionele informatie verkrijgen.” In het bijschrift bij de foto van de bestuursvoorzitter is te lezen dat zij de ‘achterblijvende’ [aanhalingstekens door mij toegevoegd; ER] juridische divisie niet kwijt wil.
Desondanks wekt het artikel de indruk dat McKinstry advocaten/de juridische divisie als een blok aan Kluwers been ziet omdat deze doelgroepen blijven vasthouden aan papier, dat minder rendeert dan online. Het ‘opwaartse potentieel’ waarover Mc Kinstry spreekt schuilt in het afbouwen van de print uitgaven ten faveure van online.
Bij Boom op bezoek
Misschien moet mevrouw McKinstry toch eens met Bju gaan praten. Dan zal ze horen dat juist de advocatenmarkt een heel bijzondere is, en dat de informatiebehoeften van de advocaten(kantoren) misschien niet anders is dan die van andere doelgroepen, maar de mores wel. Het leuke van het gesprek met Soetenhorst en Nooy is dat zij mij met tal van voorbeelden weten duidelijk te maken dat ‘in beton gegoten’ (online-)strategieën in de juridische-/advocatenmarkt niet werken. ‘Online first’ hoor ik beide heren zeggen, om haast op hetzelfde moment triomfantelijk een nieuw en vuistdik boek over de Wet Werk en Zekerheid (Wwz) omhoog te houden. “Daar is vraag naar”, is de begeleidende tekst. Dat typeert het gesprek: weten wat er online kan, online als discipline volledig beheersen, maar met een arendsoog op de markt toch, óf ook, iets anders doen. Het online-product van de Wwz is er natuurlijk ook, maar het knappe van de operatie vind ik dat op tijd gezien is dat er ook voldoende markt is voor een papieren boek. Daarvoor is het zaak strategieën flexibel aan te passen om kansen te pakken als zij zich voordoen.
Papier
Sprekend over de juridische markt zegt McKinstry dat die zich kenmerkt door ‘een tragere overgang van print naar digitaal’. Uit de verhalen van Bju begrijp ik dat er tal van vooral kleinere advocatenkantoren zijn waar men nog in ernstige mate papier-minded is en blijft; niks wachten op de ‘overgang’, maar inspelen op hun vraag naar papier.Daarmee valt nog genoeg geld te verdienen, aldus beide heren.
En wat te denken van (gespecialiseerde) advocatenkantoren die zelf uitgeven/publiceren omdat zij inzien dat dat een prachtig vehikel is om nieuwe klanten te werven; het ‘cassatieblog’ van Pels Rijcken wordt genoemd, dat onder advocaten als gezaghebbend wordt gezien—maar er zijn nog veel meer soortgelijke initiatieven. Die advocatenkantoren verliest de uitgeverij als toeleveranciers van (tijdschrift)artikelen want die komen natuurlijk in de eigen media van de advocatenkantoren terecht. Uitgeverijen hebben natuurlijk allang niet meer het alleenrecht op (online) publiceren. Alles wat ‘moderne’ uitgeverijen kunnen, ligt immers ook binnen het bereik van advocatenkantoren. Krampachtig een ‘me too’-product in de markt zetten is niet het antwoord op deze ontwikkelingen. Wél: blijven kijken waar aanvullende of overkoepelende online en papieren media gaatjes kunnen vullen, en daarop inspelen met papieren of elektronische producten. Bju is handig, alert en sensitief; met dat platform voor Advocatenblad gaat het daarom echt wel goed komen.
Boekschrijver worden in vijf stappen
“Maar ik ben niet creatief ”, zegt hij tegen me. Hij neemt een slok van zijn koffie. Ik moet aan Nora Ephron denken en vraag hem: “Ken je Nora Ephron, zij schreef het scenario van ‘When Harry met Sally’?” De tosti’s worden op tafel gezet. Ik ga door: “Voor bepaalde verhalen hoef je niet creatief te zijn, schreef Ephron eens”. Nou ja, ze bedoelde het ironisch, maar dat vertel ik hem maar niet, want ondanks haar ironie is het waar. Hij kijkt op van zijn tosti met een verwachtingsvolle blik.