Een taal die alleen door de binnenwereld (wij) begrepen kan worden maar niet door de buitenwereld (zij). Geheimtaal. Soms doelbewust gebruikt, bijvoorbeeld in (potentiële) oorlogssituaties, vertrouwelijk e-mailverkeer of in criminele telefoonnetwerken. “De vijand luistert mee”. Soms niet doelbewust, bijvoorbeeld in de communicatie tussen horenden en doven waarbij een gebarentolk vertaalt of bij vreemdtaligen van wie je de taal niet spreekt, zoals Esperanto. Daarbij heb je dan handen en voeten nodig of een tolk. Tegenwoordiger schijnt dat ook gerobotiseerd te kunnen zoals door Enence, de “directe gespreksvertaler”.
Edwin Kisman
Voornemen 2022: geen Nieuws meer consumeren!
Ik ben op Nieuwsdieet gegaan. Al het Nieuws heb ik ‘on hold’ gezet. Op kerstavond heb ik de daad bij het woord gevoegd. Kwam dat door het overvloedige Kerstmaal of omdat ik het boek van Rolf Dobelli “Het Nieuwsdieet. Omgaan met de overload aan informatie” voor de tweede maal las? Ik denk, vooral dat laatste. Over het Nieuws dat ons als een Pacman opslokt.
Twee jaar corona, een terugblik. Het ging fantastisch. Toch?
Het kabinet Rutte III heeft alert en adequaat gereageerd op de virusuitbraak die ons land pardoes overviel. Het zat er bovenop en liet zich niet echt verrassen. Alles is op z’n pootjes terechtgekomen. Niet omzien in wrok dus. Hoe hebben ze dat voor elkaar gekregen?
Komt er een Minister voor Digitale Zaken? Is dat een goed idee?
Misschien, dat is de vraag. In het regeerakkoord wordt er niet over gerept. Toch lijkt centrale regie een hoge prioriteit te moeten hebben. Er is veel mis gegaan de laatste jaren. Op het gebied van digitale projecten.
Een paar krantenkoppen uit 2019:
Overheid en haar ICT projecten: worsteling – 19 april
Problemen overheid met IT nog groter – 15 mei
ICT projecten overheid nog steeds chaos – 15 mei
Parlementair onderzoek naar ICT problemen overheid – 5 juni
Daarna volgden: de toeslagenaffaire, de daarmee samenhangende “regelfilie” van de Raad van State (die daar nu zelf van overtuigd is), een zwarte lijst van de Belastingdienst. En eerder al het etnisch profileren en het postcode stigmatiseren.
Ook vorige week was er paniek over een lek (Apache Log4j) en in 2020 was er de Citrix-crisis. De Onderzoeksraad Voor Veiligheid (OVV) bepleit in een recent rapport in het kader van ‘Cyber Security‘ een centrale regie:”Ook adviseert de OVV dat er één bewindspersoon komt die toeziet op digitale veiligheid. Nu is dat een verantwoordelijkheid van verschillende ministeries“. Wat voor de veiligheid geldt, geldt ook voor de eerder genoemde problemen.
De software hoeft overigens niet altijd en alle blaam te treffen. Het is ook de input, de opdrachten en de data die er in gestopt worden. De Mens achter het scherm. ‘Garbage In- Garbage Out’ (GIGO)
Oplosbaar?
Is in zo’n situatie een Minister voor Digitale Zaken (MDZ) een panacee? Is centrale regie een (goede) oplossing? Een Bewindsmens met een gealloceerd budget voor puinruimen. En is er een kandidaat met enig benul van zaken? Marietje Schaake (D66) werd genoemd, die op ‘t ogenblik directeur van het Cyber Policy Center van Stanford University is? Of komt de oplossing sowieso te laat? En is de klus niet te groot?
Sisyphusarbeid
Hoe groot is die klus? Stel je voor, een tanker met daaromheen een aantal parlevinkers. Die tanker, de overheid, is moeilijk van koers te veranderen. De parlevinkers zijn wendbaar, hebben allen hun eigen “waar”, hun eigen, zelf geïmplementeerde, ICT systemen. Geen onderling contact. Überhaupt geen belangstelling daarvoor. Breng daar maar eens orde in en communicatie tussen. Knippen en plakken in bestaande processen is een heilloze zaak. Hier wat verbeteren en daar wat opborstelen leidt tot “bloemkoolachtige” gedrochten.
Waar is het mis gegaan? Ga daar maar eens aan staan Minister voor Digitale Zaken (MDZ). Je zou kunnen beginnen met steun te zoeken in Estland en kijken hoe ze ’t daar hebben aangepakt. Vanaf 1994 al. We lopen achterop, een niet onbekend verschijnsel in Nederland, nietwaar?
Estland
Die kleine Baltische staat Estland wordt nu internationaal beschouwd als koploper op het gebied van een digitale samenleving ( e-Estonia). Een land met slechts 1,3 miljoen inwoners en op dit moment 80.000 ingeschrevenen uit andere landen (e-Residents), van over de hele wereld.
Onafhankelijkheid behouden
Wat is het geheim van het Estlandse concept? Het vond zijn oorsprong in 1991 toen Estland onafhankelijk van de Sovjet Unie werd. Uit vrees om ooit opnieuw ingelijfd te worden werd besloten een digitale overheid te bouwen, om zo minder kwetsbaar te worden. Vier jaar later lag er een strategisch plan voor een informatiemaatschappij, een digitale staat. Voorvechter van deze ontwikkeling was de fysikus Jaak Aaviksoo.
Twee jaar later, in 1996, werd de “Tiigrihüpe” (Tijgersprong) gelanceerd. Geïnspireerd op Mao Zedong’s “Grote Sprong voorwaarts” ? De IT infrastructuur zou worden aangepast aan het Westerse niveau. Computeronderwijs werd op alle scholen geïntroduceerd en die scholen werden allemaal op het internet aangesloten. Het resultaat: brede IT kennis en internetgebruik door vrijwel de gehele bevolking van Estland.
Vertrouwen burgers
De daaropvolgende digitale diensten (e-services) die door de overheid ten dienste van haar burgers werden ontwikkeld en die ook goed werkten (!), versterkten de acceptatie van de digitalisering en daarmee ook het vertrouwen van de burgers in de overheid. ‘Collateral benefit’. Dankzij die breed gespreide IT kennis onstonden ook veel digitale start-ups, waaronder de bekendste Skype, Transferwise en Taxify.
Kritische Succes Factoren
De Kritische Succes Factoren (KSF) voor deze gang van zaken waren: (1) het stellige voornemen van het Kabinet om een Digitale Overheid te bouwen (e-Governance) en (2) als onderdeel daarvan, goedwerkende digitale diensten beschikbaar te stellen aan haar burgers, (3) diensten die onderling verbonden zijn en zo gegevens kunnen uitwisselen (een solide nationaal intranet) (4) en die het eigendom van de persoonlijke data bij de burger laten, die daardoor ook zelf de toegang ertoe kan bepalen, (5) waardoor, door al deze factoren, het vertrouwen in de overheid groot en bestendig werd. Het belangrijkste kenmerk van deze ontwikkeling? Het feit dat de digitale staat vanaf de grond af aan werd opgebouwd
‘Grass roots’
De digitale Estlandse staat is “grass roots” opgebouwd, zoals dat in fabrieksbouwtermen heet. Vanaf een “kale vlakte”. Daarin schuilt al meteen de eerste handicap voor de MDZ. De Nederlandse digitale staat had al decennia geleden op een kale vlakte gestart moeten worden. En de tweede handicap: hoe kan je werken onder een verziekt vertrouwen in de overheid? En vervolgens, hoe verander je de koers van de tanker en hoe stem je de parlevinkers op elkaar af? Krijgt je als MDZ voldoende bevoegdheden en budget, meer dan de kruimels die afvallen van de andere ministeries?
Kennis delen
De MDZ hoeft niet helemaal zelf het wiel uit te vinden.Estland is graag bereid zijn kennis te delen. Dat gebeurt op een aantal vlakken al met Finland. Maar ook andere landen zijn welkom. In Tallinn is er een e-Estonia Briefing Centre, dat onder leiding stond van Anna Piperal, die opgevolgd is door Ave Lauringson. Ook wel de “showroom van het Estlandse concept” genoemd. Vorig jaar bezochten 45.000 bezoekers uit 130 landen dat centrum, waaronder een aantal van de Nederlandse Rijksoverheid.
Die bezoekers kwamen om er kennis op te doen, eventueel zaken over te nemen en mogelijk om tot samenwerkingen te komen. In 2018 bezocht onder meer staatssecretaris Raymond Knops van Binnenlandse Zaken dit centrum. Een van de parlevinkers. Vooralsnog heeft dit bezoek weinig zichtbaar effect gehad.
‘Corona tracing’
Een voorbeeld van die coöperatieve instelling en van de vooraanstaande positie van Estland op digitaal gebied is de deelname van het land in 2020 aan een consortium van de drie grootste landen van de EU – Frankrijk, Italië en Duitsland. Doel was het ontwikkelen van, ‘Privacy-Preserving Proximity Tracing’. Een systeem om veilig het “voetspoor” van Covid-19 te volgen. Estland is sinds 2004 EU lid en sinds 2007 lid van de Eurozone.
Ontwikkelingen van e-diensten
Een aantal cruciale diensten werd ontwikkeld en geïmplementeerd, zoals de introductie van een digitale ID-kaart, waarmee de burger toegang kan krijgen tot de online diensten, zoals de belastingaangifte, het digitaal stemmen, zijn patiëntendossier, recepten en digitale handtekeningen. Estland loopt voorop in de digitale ontwikkeling van overheidsdata met de nadruk op privacy en cyberveiligheid. De burger hoeft geen kantoren meer te bezoeken behalve bij het ophalen van de ID-kaart en een bezoek aan de notaris bij verkoop van onroerend goed, huwelijk en scheiding.
Bekijk voor een overzicht van de Estlandse ontwikkeling de TED Talk van Anna Piperal op YouTube (28 januari 2020)
What a digital government looks like
Opbouw in stappen
Hieronder een overzicht van de digitale diensten (e-services) die sinds 1994 werden ontwikkeld en geïmplementeerd. Als toelichting zijn bij elk “product/dienst” in ’t kort de geclaimde resultaten vermeld. Alle diensten zijn onderling verbonden, kunnen data uitwisselen en zijn toegankelijk voor alle Estlandse burgers en e-ingezetenen (e-residents)
De e-diensten in chronologische volgorde van ontwikkeling
e-Banking (1996). De invoering van het internetbankieren.
e-Cabinet meeting (1996). Gestructureerd online overleg. De gemiddelde duur van een Estlandse kabinetsvergadering is teruggebracht van 5 uur tot 30 minuten. Paperless.
e-Tax board (2000). Belastingaangifte door burgers kost nu 3 minuten online. Bijna iedere burger maakt er gebruik van.
m-Parking (2000). Te zelfder tijd geïntroduceerd als bijv Park-line in Nederland.
X-road (2001). Een nationaal integratie platform dat alle e-diensten koppelt, met lagere kosten voor datauitwisseling en het voorkomen van datalekken bij onbeveiligde databases (blockchain 2008).
e-ID card en digitale handtekening (2002). Ontwikkeld op basis van Finse techniek. De digitale e-ID kaart is in Estland verplicht gesteld, waardoor het een succes werd, in tegenstelling tot de introductie in Finland, die vrijwillig was. De burger is eigenaar van zijn persoonlijke data. Instanties als ziekenhuizen, verzekeringen, overheid hebben toegang tot die gegevens, als de eigenaar daar met behulp van die e-ID kaart toestemming toe geeft.
i-Voting (2005). Online stemmen. Eenderde van de stemmen werd online uitgebracht, waaronder stemmen uit 110 andere landen
Cyber security (2007). In 2007 is er een grote cyberaanval geweest. Het probleem werd dankzij internationale samenwerking opgelost. Daarna werd de veiligheid gewaarborgd door de ontwikkeling van blockchain technologie.
Blockchain technology (2008). Data waaronder oa burgerlijkestand gegevens worden beschermd door de door KSI ontwikkelde KSI blockchain.
e-Health (2008). Patiënten dossiers zijn geheel online, wat vooral belangrijk is in noodgevalllen.
e-Prescription (2010). Online afhandeling van medische recepten. Geen onleesbare recepten meer. Een samenwerking met Finland.
e-Residency (2014). De eerste digitale staat voor wereldburgers. Buitenlanders kunnen e-resident (digitale ingezetene) van Estland worden en bijvoorbeeld binnen 30 minuten een bedrijf opzetten
Road administration’s e-portal (2014). Diensten voor wegverkeer, zes maal sneller, 20% goedkoper en transparanter.
World’s first data embassy (2015). Estland is het eerste land ter wereld in ‘the cloud’. Kwetsbare databases en diensten hebben een backup in een streng beveiligd datacentrum in de Ambassade in Luxemburg.
NIIS X-Road consortium (2017). Het ‘Nordic Institute for Interoperability Solutions’ werd opgericht door Estland en Finland. Het is een pionier in internationale ‘e-governance solutions’. Bedoeld om betere diensten aan de burgers te leveren.
Seamless services roadmap (2018). Een plan om met ‘seamless services’ (naadloze diensten) een natuurlijke en innige band tussen de burgers en de staat te scheppen.. De eerste ‘seamless service’ startte in 2018
Governement AI Strategy (2019). Een gedetailleerd strategisch plan ter stimulering van de implementatie van AI oplossingen in publieke en private sectoren.
Proactive Schild Care (2020). Ouders hoeven bij de geboorte van hun kind voortaan niet meer zelf de voorzieningen aan te vragen waarop zij recht hebben.
Remote Verification for Notaries (2020). Online notariële aktes. Er zijn nu nog maar drie gelegenheden waarbij men fysiek aanwezig hoeft te zijn bij de notaris: bij koop en verkoop van onroerend goed, bij huwelijk en bij echtscheiding.
Zo zie je maar hoe een klein land groot kan zijn en wat er op het bord van de Minister voor Digitale Zaken komt te liggen. Als die Minister er komt.
Edwin Kisman
PS
Dubai ook ‘paperless’
Trouw (21 dec ‘21) meldt dat Dubai ook de ambitie heeft een papierloze staat en koploper in digitalisering te worden. “Vanaf nu noemt het emiraat zich ‘de eerste papierloze overheid’ ter wereld”. “Het idee is dat burgers nooit meer met al hun papierwerk naar het gemeentehuis hoeven te sjouwen, maar hier een app voor kunnen inzetten”. Zou de kroonprins van Dubai, sjeik Hamdan bin Mohammed bin Rashid al-Maktoum, nou wel of niet in Estland op bezoek zijn geweest.
Dezelfde Trouw meldt ook dat “De verkiezingen voor het Sportgala zijn begonnen. Bijna 1100 sporters en ruim 250 coaches kunnen deze dagen digitaal hun stem uitbrengen”. Ook hier schrijdt de tijd voort.
En kijk ook naar
Een overzicht van de historie van e-Estonia
Het ‘e-Estonia Briefing centre’ in Tallinn
en lees mijn column
Vertrouwen, als er daar eens wat meer van was
22 november 2021
Corona: toch maar kiezen voor het ‘worst case’ scenario?
Rutte III was tot nu toe kampioen in het scheppen van onvervulde, loze verwachtingen. Alsof men het spreekwoord “Hoge verwachtingen, vangen veel teleurstelling” niet kent. Loze beloftes oogsten teleurstelling, frustratie, woede en agressie. In die volgorde. Het ziet er nu naar uit dat ze hun les geleerd hebben. Optimisme ‘on hold‘, ‘worst case‘ troef? Proactief wordt de nieuwe lijn?
Scenario’s
Er zijn voor verwachtingen drie scenario’s mogelijk.
A. Méér gerealiseerd dan verwacht. Een geval van ‘Under promise, over perform’. Meevallers, leiden tot tevredenheid, senangity. Niet te vaak doen, want dan gaat men structureel méér verwachten en moet je altijd méér waarmaken. Richt je op de ‘worst case’.
B. Gerealiseerd overeenkomstig de belofte. Een woord is een woord. Of, “Zeg wat je doet en doe wat je zegt”. Het meest favoriete scenario. Weet de ander precies waar ie aan toe is.
C. Niet gerealiseerd wat beloofd werd. ‘Over promise, under perform’. Een tegenvaller, een afknapper, teleurstelling, die leidt tot frustratie, vervolgens woede, dan agressie, tenslotte rellen. Valse verwachtingen gewekt, loze beloftes. Nou maakt het ook nog uit of dat bedoeld en structureel gebeurt of incidenteel. Het tast in ieder geval de geloofwaardigheid van de belover(s) aan. Zoiets geldt ook voor de kop van een artikel in een blad of krant die een verwachting wekt die in het artikel niet waargemaakt wordt.
Het was duidelijk dat het Kabinet, Hugo de Jonge voorop, vrolijk beschoeid, tot voor kort koerste op scenario C, dat uiteindelijk strandde in een teleurstelling. Bij zo’n afknapper zou Herman Finkers misschien helpen kunnen. Of juist niet. Te oordelen naar de titel van zijn (hand)boek “De cursus omgaan met teleurstelling gaat niet door“. Daarom, teleurstelling beter voorkomen dan genezen. Het is een kwestie van goed verwachtingsmanagement.
Koersval
Het effect van hoge verwachtingen zie je ook bij het presenteren van de cijfers van bedrijven, bijvoorbeeld van hun kwartaalresultaten. Zijn die (veel) lager dan de markt verwacht, dan duikelt de koers. Bij het opstellen van een begroting kan je beter niet te optimistisch zijn over je omzetontwikkeling. Kan leuk zijn, maar je biedt een teleurstelling een schot voor open doel. Beter de toekomst conservatief inschatten. Een wat grijzer scenario hanteren. Geef meevallers een kans. Scenario A.
Weersverwachting
De enige verwachtingen waar we niet zo zwaar aan tillen als ze niet uitkomen zijn de weersverwachtingen. Een standaardreactie is “Gelukkig dat de mens niets aan het weer kan doen. Dat zou maar oorlog geven”. Een stoïcijnse instelling.
Een bekend voorbeeld van een weersvoorspelling die een beslissende rol speelde was die bij de voorbereiding van D-Day, 6 juni 1944. Het was toen de weerman die het groene licht voor de invasie gaf.
Tailor made
Overigens worden de weersvoorspellingen vandaag de dag steeds nauwkeuriger. Dankzij de toegenomen rekencapaciteit van (quantum) computers en AI. Zie bijvoorbeeld Infoplaza die steeds meer ‘tailor made‘ weersvoorspellingen levert. Marc van den Eerenbeemt schreef er over in de Volkskrant (31 aug 2020) “Steeds preciezer voorspeld”. In de New York Times (27 aug 2020) schreef Marion Renault over “The (booming) business of customized weather forecasts”.
Goed huwelijk
Ter afsluiting, en ter ondersteuning van het voorgaande, een citaat uit een interview van Particia Sellers met de wijze superbelegger Warren Buffett in Forbes (6 okt 2010): “What’s the secret of a great marriage? It’s not looks, nor intelligence, nor money – it’s low expectations”
Wat in het begin van het jaar gold, lijkt nu wat veranderd. Proactief is de insteek geworden. Voor het eerst in twee jaar. Zit proactiviteit niet in de gereedschapskist van een Kabinet of alleen maar niet in dat van Rutte III? De tijd staat niet meer stil..
Edwin Kisman
Lees ook mijn column over ‘vertrouwen’
Vertrouwen, als er daar eens wat meer van was
Het is alsof de tijd stil staat. Het coronadebat kabbelt door.
Dinsdagavond kwam het duo Rutte/de Jong met aangepaste coronamaatregelen. Het debat kan weer beginnen. Een debat over Corona publiekelijk gevoerd, aan de TV borreltafels, draagt niet bij aan de geloofwaardigheid van de wetenschap, van de coronamaatregelen en van de betrokken ‘experts’. Verwarring onder kijkers. Een wetenschappelijk discours is goed. De ene wetenschapper heeft iets gevonden, de ander iets anders en vecht die ene aan. Zo’n debat is prima. Zo groeit onze kennis en onze wetenschap.
Aerosolen
Maarten Keulemans schreef in zijn artikel ‘Luchtoorlog om corona’ (Volkskrant 6 juli 2020) dat 200 wetenschappers in een open brief wezen op het risico van het meeliften van het Covid-19 virus op druppeltjes speeksel die zo klein zijn dat ze een tijdje in de lucht blijven hangen en blijven rondzweven in ongeventileerde ruimtes. Aersolen in binnenruimtes, een soort stabiele luchtemulsie. Ramen open dus. Maurice de Hond had zich al eerder sterk gemaakt voor het idee. Ontmoette als leek veel scepsis van die wetenschappers die een maand later die brief niet ondertekenden. Amrish Baidjoe, veld-epidemioloog en microbioloog, riep het kabinet daarna in een brief op mondkapjes in binnenruimtes te verplichten (NRC 30 juli 2020).
Baat het niet, dan schaadt het niet
In landen om ons heen waren mondkapjes buiten verplicht, Nederland deed niet mee. “Andere cultuur”. De burgemeesters van Amsterdam en Rotterdam kwamen in opstand. Ahmed Aboutaleb zei: “Ik moet mezelf later nog in de ogen kunnen zien”. Hij moest ervan overtuigd zijn dat hij er alles aan gedaan had om uitbreiding van de besmettingen te onderdrukken. Baat het niet dan schaadt het niet. Femke Halsema zal ook zoiets gedacht hebben. Een mondkapje als ‘nudging’ instrument. Aanvankelijk voor bewustwording, daarna voor bewustblijving. Vooral voor (late) pubers voor wie ‘Fear of Missing Out’ (FOMO) leidend is en tegendraadsheid het normaal. Een lichtblauw mondkapje, al of niet drielaags, heeft een sterkere signaalfunctie, dan de ‘fancy’ afsluiters met een tijgerprint of leeuwenmuil.
Mondkapjes
Niet nodig, zei Van Dissel vorig jaar juli een Noors overzicht citerend: “laat 200 duizend mensen een week lang een mondkapje dragen, en je zult misschien één geval van besmetting voorkomen. Een buitengewoon klein effect”. Een typisch voorbeeld van ‘cherry picking’ (“cijfers zijn correct als ze mij welgevallig zijn”). Was het Nederlandse beleid soms gestoeld op het voorkomen van gezichtsverlies: “ Wie A zegt moet A blijven zeggen”? Ook Amrish Baidjo zei dat het erop leek of Nederlandse beleidsmakers waaronder Mark Rutte en RIVM-coronachef van Dissel een imagoprobleem (gezichtsverlies) vreesden als ze van mening zouden veranderen. „Er is zo lang gezegd: mondkapjes werken niet. Dan wordt het lastig daarop terug te komen. Het past in de trend dat er met te veel stelligheid is gecommuniceerd over dingen waarover geen zekerheid was.”
Ongeloofwaardige wetenschap
Augustin Landier, een hoogleraar aan de ‘École des Hautes études commercials de Paris’ en David Thesmas van het ‘Massachusetts Institute of Technology’ schreven in een artikel in Les Echos, “Covis – 19 and the meaning of Scientific Failure’ dat de gezondheidscrisis een gigantische onzekerheid zichtbaar heeft gemaakt en de grenzen van menselijk kennis heeft getoond. Wetenschappers hebben uiteenlopende standpunten ingenomen en zijn regelmatig van mening veranderd. Hebben tegenstrijdige onderzoeksresultaten gepubliceerd en later weer teruggetrokken. “De vrees onder wetenschappers bestaat dat ze uit de crisis komen met een volstrekte ongeloofwaardigeheid”.
Grote golf publikaties
Daar bovenop kwam een tsunami aan publikaties, naar aanleiding van het Covid-19 virus. Een ‘collateral damage’. Een gevolg van de race naar het verlossende vaccin. Gewonnen door Pfizer en BioNTech. Het Allen Institute for AI (AI2) stelde vast dat er in die periode meer dan 130.000 wetenschappelijke publikaties op dit gebied waren verschenen. Voor het merendeel prematuur, soms speculatief, soms op schimmige websites gezet, niet volgens de normen ‘ge-refereed’, veel met voorlopige conclusies en een aantal dat weer werd teruggetrokken.
Beïnvloeding jonge volgers
Uit onverwachte hoek kwam ook nog eens het fotomodel Doutzen Kroes, een “influencer” met 6,5 miljoen volgers. Zij trok de vele tegenstrijdige conclusies van de experts in twijfel. De coronaparadox gaf haar daartoe de ruimte. Ze kwam met een complottheorie en aanbevelingen voor gezond eten. Promotie voor de Powerfoodlijn van haar zuster Renske? Kritisch zijn is goed, maar beïnvloeding, op deze wijze, van 6,5 miljoen jonge, over het algemeen niet zo kritische, volgers leek niet zo verstandig. Een wetenschappelijk debat is inderdaad heel goed voor de ontwikkeling van de wetenschap. Maar dan wel binnen de muren van die wetenschap. Met gesprekspartners die het spel kennen. En naar buiten komen, pas als er consensus is. Ook internationaal. Breng niet het grote publiek in verwarring, dat de logica en het nut van tegengestelde meningen niet kan volgen. Om te voorkomen dat het grote publiek zegt “die experts? ze kunnen me wat”.
Zo was het een jaar geleden en zo is het nog steeds. De tijd lijkt stil te staan.
Edwin Kisman
Vertrouwen, als er daar eens wat meer van was
Economisch belang
Een goede samenwerking steunt op vertrouwen. Stephen Covey wijst in zijn boek ‘The Speed of Trust’ (2006) ook op het “economisch” belang van vertrouwen. Wanneer het vertrouwen binnen een organisatie daalt, dalen de snelheid en de efficiency van processen en stijgen de kosten. Omgekeerd stijgt de snelheid en dalen de kosten als het vertrouwen stijgt.
De kracht van vertrouwen
Een mooi voorbeeld daarvan is dat van Ricardo Semler en zijn bedrijf Semco.
Zelfsturende eenheden
Delegeren met vertrouwen
Delegeren in een sfeer van vertrouwen bevestigt de hypothese van Covey: meer vertrouwen, sneller processen. Als delegeren kan volstaan met een kort ‘social mindful’ overleg, zoals Paul van Lange dat noemt, kan de ‘span of (soft)control’ van een manager vertienvoudigd worden. Dus: snellere processen, minder managers dus minder kosten.
Sneller formeren
Zo had het formatieproces van het Kabinet in een sfeer van vertrouwen in maximaal één week afgerond kunnen worden, met een simpel regeerakkoord van hooguit 10 geboden (ter wille van de CU).
Sneller compenseren
Dan zou ook Daan Prevoo, de burgemeester van Valkenburg, zich niet hoeven te beklagen over de afwikkeling van de waterschade, nu ruim vier maanden geleden, waar nog steeds op gewacht wordt. Een kwestie van wantrouwen zegt hij, jegens de gedupeerden die worden gezien als potentiële fraudeurs. En wat te denken van die arme doorelkaar geschudde Groningers? Vertrouwen. Wel eens gehoord van “een woord is een woord”?
Wantrouwen
De praktijk is dus: regels zijn regels en wetten zijn wetten. O wee, als je de lijn overschrijdt.
Overigens, als ooit het besef doorsijpelt dat vertrouwen het ’panacee’ is voor de overheidsproblemen, dan zal dàt veranderen nog méér tijd kosten dan het oplossen van het klimaatprobleem.
Potentiële fraudeurs
Voorlopig blijft de overheid “zijn” burgers wantrouwen, wat leidt tot: een toeslagenaffaire, de daarmee samenhangende “regelfilie” van de Raad van State (die daar nu zelf van overtuigd lijkt te zijn), een zwarte lijst van de Belastingdienst, het etnisch profileren, het postcode stigmatiseren. Wat nog meer? Tig scheve schaatsen, een stapeling van missers en bestuurlijke fouten. De ICT blunders. Adieu geloofwaardigheid.
Burgers wantrouwen de overheid en geven die een sigaar uit eigen doos. Twee miljoen burgers bijvoorbeeld die zeggen: steek die naald maar in je eigen arm Hugo. Aan mijn lijf geen polonaise. We vertrouwen je niet.
Complotdenken
Pseudowetenschap
Betere wereld
Kort samengevat: voor een betere wereld, vertrouw een ander als jezelf.
Edwin Kisman
Boeken over vertrouwen
Stephen Covey – ‘Speed of Trust’
Ricardo Semler – ‘Semco-stijl’
Over leiderschap
Simon Sinek: Vertrouwen als kern excellent leiderschap
YouTube over social mindfulness
Paul van Lange
Sites over complottheorieën
Universiteit Leiden
Universiteit van Amsterdam
University of Oregon
BNNVARA
Leg vast, die ‘eureka’ momenten
Ik ben een volger van Leonardo da Vinci. Al decennia lang. Niet op Facebook, Instagram of Tik-tok. Ook niet op Twitter. Nee ik ben betoverd door en volg zijn notitieboeken, zijn Codexen.
Codex
Ik heb niet het vermogen van ’n Bill Gates die de Codex Leicester in 1994 op een veiling voor € 26,5 miljoen kocht. Dat zou nu wel meer zijn als ik kijk naar het versnipperde schilderij van Banksy “Love in the Bin” dat onlangs werd geveild voor bijna € 22 miljoen terwijl het drie jaar geleden € 1,2 miljoen opbracht. Ik heb zo’n fysieke Codex ook niet nodig. Je kan online digitale versies bekijken. Geen witte handschoenen nodig om de pagina’s voorzichtig om te slaan. Gewoon ‘swipen’.
Exposities
Die eerste digitale versie zag ik in juni 2003 in het Louvre bij de tentoonstelling ‘Les Carnets de Léonard de Vinci’. Ik heb toen ook een lange blik geworpen op de Mona Lisa. Als fan van Leonardo heb ik natuurlijk ook andere exposities en plekken bezocht. Het meest opmerkelijke was een weekend in Milaan toen de Codex Atlanticus werd tentoongesteld. Ben vergeten wanneer dat was. In 2004 heb ik zijn geboortehuis en en museum in Anchiano nabij Vinci bezocht. In Rotterdam ben ik naar een reizende tentoonstelling geweest met reproducties van een aantal van zijn kunstwerken en van 70 nagebouwde uitvindingen. Ook het Clos Lucé, het kasteel in Amboise waar hij de laatste jaren van leven doorbracht als gast van koning Frans I van Frankrijk. Da Vinci was een genie en ‘homo universalis’.
Tekst en beeld
Waar ik voor val is zijn integratie van beeld en tekst. Zijn tekeningen en zijn mooie handschrift. Stuk voor stuk kunstwerken. De lijnen, de letters en de tekeningen in sepia op een sepia achtergrond. Zijn teksten zijn in spiegelschrift, hij was linkshandig. Ze zijn niet te lezen, ook niet voor de spiegel. Maar dat doet er niet toe.
Openbare octrooiaanvragen
Da Vinci noteerde zijn ideeën in notitieboeken. Het zijn notities van ideeën, voorstudies voor schilderijen en beelden, het zijn ‘labjournaals’ met observaties, bijvoorbeeld van de beweging van een vogelvleugel vijf eeuwen vóór de ontwikkeling van hogesnelheidscamera’s. Razend knap. Veel van zijn uitvindingen beschreven, als het ware een verzameling openbare octrooiaanvragen.
Notitieboek waarom?
Gedachten en vooral ideeën verdienen het om vastgelegd te worden. Vooral de waardevolle, de ‘eureka’ momenten. Doorgaans blijven flitsen niet lang hangen. Komt er een nieuwe prikkel of gedachte dan wordt de vorige al weer uit het kortetermijn geheugen verdrongen. Als een biljartbal die door een andere bal naar de hoek van de tafel wordt gestoten en daar in de zak verdwijnt. Het is dus zaak om die flits zo snel mogelijk te noteren. Of om ‘m te zekeren, door ‘m een paar keer te herhalen of ‘m in je geheugenpaleis te plaatsen. En als je ’m al kwijt bent kan je proberen er weer op te komen door even terug te lopen, terug naar de omgeving waarin de gedachte opkwam.
Zo veel mogelijk aantekeningen maken
Het beste is echter door aantekeningen te maken. Als je geen notitieboekje bij de hand hebt kan je op z’n minst steekwoorden neerpennen op de achterkant van een bierviltje of op een mondkapje. Later werk je je gedachte dan uit. Beter is altijd een notitie boekje bij je te hebben. Een dicteerapparaat kan ook. Dat is tegenwoordig niet zo’n probleem. Gewoon een iPhone met een geschikte app zoals “Dictafoon”. Je speelt dan naderhand je iPhone met het dictaat af. Houd ‘m voor je computer waarop het tekstprogramma “Word” geopend is. Het dictaat wordt rechtstreeks in getypte tekst omgezet. Wonder van moderne technologie!
Achteraf reconstrueren
Heb je geen notitieboekje of dictafoon bij je dan kan je altijd proberen je gedachten zo veel mogelijk te reconstrueren door achteraf een mindmap te maken. Het associatieve karakter van deze techniek maakt het mogelijk ook naderhand een groot gedeelte van de gedachten weer op te halen.
Hoe leggen we onze gedachten vast onder verschillende omstandigheden? Een paar voorbeelden uit mijn eigen praktijk, beschreven in eerdere columns.
Het brainstorm moment, tijdens het ontwaken
“ Voor ’t geval me zoiets ’s nachts overkomt heb ik naast het papier ook nog een klein lampje liggen. Gedachten, ideeën, associaties, een hele waaier. Soms zijn het resultaten van ‘n inprenting vóór het slapen gaan. Een probleem, een concept, een constructie. Helder geformuleerd”.
Tijdens het roeien op de Concept2 roeimachine
“ Ik heb intussen ontdekt dat ik tijdens het roeien op een Concept2 een zelfde staat van ontspanning bereik als onder een douche. Ik heb daarom een notitieblok en een potlood naast me liggen om de invallen vast te leggen. Af en toe stop ik en noteer wat. Het laterale denken wordt gestimuleerd. De verveling verdreven” .
Midden in de nacht, het nachtelijk intermezzo
“Ik werd midden in de nacht wakker, een uur of drie en kon niet weer in slaap komen. Merkte dat mijn hoofd vol zat met gedachten en ideeën, door het lezen, het ordenen van idee-mappen en het denken erover. Het onbewuste was door blijven werken. Ook de angst mijn ideeën te vergeten hield mij uit mijn slaap. Vastleggen. Ik uit bed. Naar de tafel in de kamer. De lampen erboven waren gelukkig wat gedimd, anders zou ik te wakker geworden zijn. Ik heb een stapeltje papieren gepakt en ben haastig en snel gaan schrijven, als bij ‘freewriting’ , zonder te letten op punten of komma’s, voortdurend tegen mezelf zeggend “leesbaar schrijven”. Gedachten, associaties. Een lineaire mindmap”.
Tot slot: máák dat ideeënboek
Al die losse flodders moeten op een gegeven moment worden verzameld. Tot een coherent geheel gemaakt. Bijeengebracht in een ideeënboek, een persoonlijke codex. Door schrijven, tekenen of mindmapping. Dat kan ‘old school’ op papier of digitaal. Wat ‘top of de bill’ is, is dat je de gedachten indexeert, ‘tagged’, zodat je weet wat je wáár kunt vinden. Succes er mee!
Edwin Kisman
Lees ook eens de volgende columns
De Ideeënfabriek of het ‘brainstorm moment’ – maart 2015
Goed geheugen: aangeboren of aangeleerd? – 13 april 2017
Bewegen is goed, maar wat doe ik tegen die verveling? – 21 dec 2020
Een ‘retraite’ om weer inspiratie op te doen – 10 sep 2021
En de volgende links
Leonardo da Vinci, WIKI
Het geheugenpaleis De vergeten kunst van het onthouden van Joshua Foer
Plagiaat is pronken met andermans veren.
Geen “ere wie ere toekomt”. Plagiaat is zowel diefstal (asociaal: negatief) als hergebruik (klimaatdenkend: positief). Dat pronken gebeurt overigens niet na het stelen van geld. Dan dus geen plagiaat.
Ook geen sprake van plagiaat als je bij hergebruik vermeldt “Die veren zijn van Peter de Waard (Volkskrant)”. Dat heeft hoogleraar Mark Kramer verzuimd te doen in een van zijn columns. De poppen aan het dansen. Het liep echter met een sisser af. Volgens de Volkskrant van 25 september mag Mark aanblijven als bestuurder ondanks het verpletterende oordeel van een commissie bemand door integriteitsdeskundigen. De Raad van Toezicht van het Amsterdam UMC wil ‘m aanhouden. Mazzelaar, door het oog van de naald gekropen.
Nepdata
Een speciaal geval is dat van een andere hoogleraar, Diederik Stapel. Die fabriceerde onderzoeksgegevens uit z’n duim. Nou ja, zijn alter ego deed dat, want Diederik weet dat zoiets niet hoort. Vervolgens steelt Diederik die gegevens van z’n alter ego en gaat ermee aan de pronk. Plagiaat want hij noemt niet de bron. Als je het anders wil zien, noem het dan fraude. Diederik werd een gerenommeerd wetenschapper voor zo lang het duurde. Hij betreurde het en leest op YouTube zijn spijtbetuiging voor. Zie de leeslijst.
Ratrace
Eva Baaren wijst in ScienceGuide van 10 februari 2021 op een neveneffect van de affaire Stapel. Het was “een katalysator voor kritiek op de competitiegedreven wetenschap”. De “ratrace”. ‘Collateral benefit’ dus.
Plakken op Insta
Dan heb je daar de dieetguru Sonja Bakker, een ander geval. Knipt recepten en laat die op “Insta” plakken. Aan de kaak gesteld door RTL Boulevard. Daar kreeg ze spijt van, Niet uit zichzelf. Ze kreeg doodsbedreigingen. Zou ik ook spijt krijgen. In een gesprek met Privé schijnt ze te hebben gezegd “Dat zijn we nu aan aan het herstellen. Ik moet met de billen bloot”. Billen bloot? Dat hoeft nou ook weer niet. Dat leidt maar af van de plagiaat.
Overigens realiseer ik me dat de aanleiding voor doodsbedreigingen de laatste tijd sterk aan inflatie onderhevig is. Nee, ga nou niet meteen de sociale media de schuld geven. Dat weten ze zelf ook wel.
Recidivist
En wat te denken van de kunstenaar, uitvinder en plagiaateur Daan Roosegaarde. Hij werd meermalen beschuldigd van plagiaat. Eind augustus nog naar aanleiding van de onthulling van zijn installatie Liquid Landscape in het Italiaanse openluchtmuseum Arte Stella. Jeroen Junte schreef er over in de Volkskrant van 25 augustus. Een letterlijke kopie van een werk van de Nederlandse kunstenaar Zoro Feigl, die als volgt reageerde:” Ik stond perplex toen ik het zag. Dit is gewoon exact hetzelfde als een tijdelijk werk dat ik 2013 maakte voor een financiële instelling”. De heren zijn er nog niet uit.
Iets soortgelijks overkwam de schoenontwerper Jan Jansen toen hij in 2005 op bezoek was in Tokio en daar, in een winkel van Armani, zijn ‘tutti piedi’ zag. Een schoen die hij in 1981 had ontworpen. Zijn ontwerpen werden vaak gekopieerd. Onder andere door grote merken als Dior en Prada. Zijn reactie “Dan verzin ik gewoon weer een nieuwe schoen”. Een stoïcijnse instelling. Harmen van Dijk schreef erover in Trouw van 19 juni 2021. Zie leeslijst.
Cryptomnesie
Ook in 2016 heeft Roosegaarde verwijten van plagiaat gekregen: van wetenschapper Bob Ursem en van de kunstenaar Ger van Elk, aldus Junte.
Wat is er aan de hand met Daan? Het lijkt er op dat hij lijdt aan ‘cryptomnesie’. Een idee oppikken, het overnemen en vergeten dat je het van een ander hebt. “Onbewust plagiaat”? Van de prins geen kwaad weten. Nou dan weet je het wel. Douwe Draaisma beschrijft ‘cryptomnesie’ in zijn “Vergeetboek”. Verzachtende omstandigheden? Zou Roosegaarde nog aan die aandoening geholpen kunnen worden?
De vaas van Bas
Een interessant voorbeeld van doorontwikkeling zijn de vazen van de ontwerper Bas van Beek. Gezien in het Kunstmuseum in Den Haag. Bas verwerft de mallen van glazen vazen en gebruikt die opnieuw met een kleine aanpassing. De mallen worden niet gesloten maar licht geopend vastgezet waardoor tijdens het gieten van het glas in de spleten uitstulpingen ontstaan. Voila, de vaas van Bas. Plagiaat? Nee, doorontwikkeling.
Voortborduren
Voortborduren op de ideeën van anderen is de basis van (technologische) voortuitgang. De mens die ontdekte dat het rollen op een boomstam makkelijker ging dan transporteren op een slee. Een ander mens die die boomstam in plakken zaagde en er een as doorheen stak, die onder een bak bevestigde en er een paard voor zette. Hoppa. Een achter-achter-achter kleinzoon daarvan die een stoommachine aan de as koppelde. Enzovoorts. Voortbordurend op andermans ideeën. Doorontwikkeling.
Technologische vooruitgang
Zo gaat het helemaal in de historie van de vooruitgang. Een oud idee tegen het licht houden en verbeteren. De SCAMPER methodie werkt zo. Vanuit het startpunt de alternatieve opties proberen: Substitute? Combine? Adapt? Magnify? Put to other uses? Eliminate? Rearrange/Reverse?.
Ook werken volgens het populaire adagium : ”Beter goed gejat dan slecht bedacht”. Hopelijk brengt ons dat nog deze eeuw een fusiereactor. Energieprobleem opgelost.
Het is een kwestie van goed jatten.
Edwin Kisman
Leeslijst
Harmen van Dijk, Trouw 19 juni 2021
Genoeg ?!
Wat heet genoeg? Genoeg is net als smaak, er valt niet over te twisten. Wat voor de een méér dan genoeg is, is voor de ander nog lang niet genoeg. Zo houden?
Wat is genoeg?
De Zwitserse schrijver Rolf Dobelli stelt dat een inkomen van een ton ruim voldoende is. Lijkt me ook. Maar voor Rupsje Nooit Genoeg is ’t dat bij lange na niet. Een blokje huizen erbij en een Grand Prix in de blonde duinen. ‘Now we’re talking’.
Terwijl voor de een twee maaltijden per dag genoeg zijn, droomt een ander van een zevengangen diner, overvloedig besprenkeld met Premier Cru-wijnen.
Is voor de één een Hema horloge van € 5 genoeg, de ander struint het web af naar een goud gerande Rolex, Limited Edition. Zijn negende. Alsof je de tijd daarmee beter onder controle krijgt.
Terwijl de een kiest voor een camping in Hoek van Holland, verkiest de ander de Maagdeneilanden. Da’s pas een paradijs. Blanke stranden, smaragdgroen water en vooral veel brievenbusfirma’s, meer dan maagden.
“Genoeg” is dus rekbaar. Zo laten of toch grenzen stellen? Soms is dat nodig.
Voortdurend streven naar méér
De meeste mensen streven naar méér. Dat Wilders minder wilde was dan ook opmerkelijk.
Die drang naar méér kan neurologisch, evolutionair en ook economisch verklaard worden. Een vurig verlangde aankoop kan in de hersenen neurotransmitters aanmaken, die op hun beurt een beloningspad activeren en zo een geluksgevoel teweegbrengen. Die vaak van korte duur is. Het hebben van de zaak, is immers het einde van het vermaak. Na de hosanna een terugval: de hedonistische tredmolen.
Voor de jager-verzamelaar was méér vergaren een kwestie van overleven. Morgen zou ‘t wel eens een dag zonder vangst kunnen zijn. Die drijfveer is blijven hangen in de mens en vormt mogelijk de basis van de “onverzadigbare behoeften” waarover de Skidelsky’s het hebben.
Hoeveel is genoeg?
Robert Skidelsky en zijn zoon Edward verklaren in hun boek “How Much is Enough?: Money and the Good Life”dat die “onverzadigbare behoeften” voortvloeien uit het kapitalisme. Was geld in de oudheid een middel om het doel, een goed leven, te bereiken. Sinds de opkomst van het kapitalisme, vanaf de industriële revolutie, werd geld van middel tot doel verheven. Het heeft, volgens de Skidelsky’s weliswaar het goede leven mogelijk gemaakt, maar heeft gelijktijdig dat oorspronkelijke doel, het goede leven, als prioriteit uit het oog verloren.
Keep up with the Joneses
Die drijfveren, die mogelijk samenwerken, maken het moeilijk de “onverzadigbare behoeften” van de mens te beteugelen. Méér, méér, méér is het credo. Daarnaast speelt ook status een rol, we moeten, zoals de Skidelsky’s het noemen, “keep up with the Joneses”. Jaloezie, overtroeven. Buurman een Lamborghini Aventador? Ik een Porsche Carrera GT al moet ik daarvoor mijn hypotheek uitbreiden.
Anderzijds bestaat er zoiets als angst voor “sociale daling”, zoals Jonas Kooyman dat in de NRC van 3 oktober beschrijft. Dat leidt tot “doen alsof” en “middelmatige luxe”. Ietsje méér dus dan genoeg, maar net niet over de top. Het verlangen naar meer, mooier en beter wordt vandaag de dag ook nog eens breed aangejaagd door de sociale media. Van kampvuurtje tot bosbrand. Facebook, Instagram, Tik-tok, al dan niet met influencers als voorzangers. De inprenting van een schoonheidsideaal.
Grenzen aan de Groei
“Genoeg” verheffen tot een norm? Dat zal niet zomaar lukken.
Ondanks de donkere wolken die zich boven onze planeet samenpakken blijft onze economische groei doorgaan. Het bbp van Nederland is in 2020 met 3,9% gegroeid, in 2022 wordt een groei van 3,5% verwacht. Een streepje lager, maar als de groei met dit tempo doorgaat is het bbp in 2050 bijna driemaal hoger dan nu. Reken het zelf maar uit. Dankzij de toegenomen produktie, energieconsumptie en de daarmee gepaard gaande afvaluitstoot (zowel gas als vast). Hoe moet dat als we volgens “Parijs” onze broeikasgasuitstoot in 2050 teruggebracht moeten hebben naar netto bijna nul?
Apocalyps voorkomen
We moeten dus vasthouden aan het begrenzen van die “onverzadigbare behoeften”. Het moet genoeg zijn. Domweg, vanwege die donkere wolken boven elke horizon op onze planeet. Het zijn de voorboden van een Apocalyps. “Grenzen aan de Groei” werd in 1972 al geroepen door de Club van Rome. Het rapport werd uitgewerkt door een team van MIT onder leiding van Dennis en Donella Meadows. Wat is er mee gedaan?
Hoe dan?
Genoeg, hoe dan?
Produktie verminderen, consuminderen, geen of minder reclame om de verkoop aan te jagen, minder vervuiling, afval minderen te land, ter zee en in de lucht. De aarde minder uitputten. Welvaart beter spreiden. Korter werken, de droom van Keynes waarmaken, maximaal 3 uur per dag.
De Skidelsky’s doen in hun boek uit 2012 ook aanbevelingen: een basisinkomen voor iedereen, progressieve belasting vooral op (exhorbitante) bestedingen in plaats van op inkomen en vermindering van reclame door de kosten ervan niet meer aftrekbaar te maken.
Veel minderen en ontspullen om méér van dat ene ingredient te krijgen: een goed leven.
Want, om met Jason Hickel te spreken “Less is More”.
Edwin Kisman
Lees meer over ontspullen – columns
Boeken fileren kan ook nog
28 okt 2016
Het ‘Endowment effect’ staat opruimen in de weg
2 dec 2016
Mijn knipselarchief,nu digitaal
27 jul 2018
Opruimen en ordenen met een fraudeleermoment
30 okt 2019
Lees meer over de donkere wolken – columns
Apocalypse Magazine. Een eigentijds klimaatblad
27 sep 2019
Apocalypse Magazine wordt Apocalyps Nu!
4 oktober2019
Apocalypse 3. Als lemmingen naar de afgrond
17 oktober 2019
Journal of Apocalypse Science (JAS) Corona en Stikstof onder één dak
3 juli 2020
Klimaatcrisis: De slimste overleeft
27 jan 2021
En de sites..
Existential Risk Observatory
Genoeg. Precies wat je nodig hebt,Website Shelly Rosso
..en de boeken
Robert & Edward Skidelsky (2012) “How Much is Enough? The Love of Money and the Case for the Good Life”
Jason Hickel (2020), “Less is More. How degrowth will save the world”.
Marieke Henselmans (red) (2001) Genoeg uitgegeven. handboek voor consuminderen
Hanneke van Veen, Rob van Eeden (1994) Meer doen met minder (Genoeg)
Een autobiografie? Begin er tijdig aan
Tijdens mijn retraite, waarover ik twee weken geleden schreef, was ik van plan aan de hand van aantekeningen in mijn agenda’s een reis terug in de tijd te maken. De basis voor een autobiografie. Ik begon in juli van dit jaar met het teruglezen van mijn agenda’s, die ik vanaf 1954 heb.
Agenda’s
Sinds acht jaar heb ik grote Moleskine agenda’s, met een slap zwart kaft. Ze liggen goed in de hand, zijn goed beschrijfbaar en overzichtelijk. Op de linker pagina een weekkalender en op de rechter een blanco pagina met ruimte voor aantekeningen. Ideeën, observaties. Ik heb net een nieuwe gekocht, die ik meteen in gebruik kan nemen omdat hij over 18 maanden loopt. Van juli 2021 tot december 2022. Betekent dat ik al ver vooruit kan plannen.
Geholpen herinnering
Ik ben terug gaan lezen. Heb belangrijke gebeurtenissen gemarkeerd, feiten en ervaringen waaromheen een web van herinneringen kan ontstaan. Herinneringen die daardoor ook weer scherpte krijgen. Naarmate de tijd verstrijkt vervagen herinneringen immers. Alsof de ruit waardoor je kijkt steeds meer beslaat, tot je op een gegeven moment niets meer ziet.
Je kan overigens ook feiten helemaal vergeten zijn. Door de systematische zoektocht door je agenda’s kan je ze weer tegenkomen. Krijgen ze weer een plaats in je geheugen. Waar ze met andere herinneringen kunnen gaan interfereren. De vraag kan zijn of je met dit soort herontdekkingen blij moet zijn. Ze waren verdrongen, waarom?
Biodatabase
Ik was van plan de belangrijkste feiten op te slaan in een database, waarin ik snel zou kunnen zoeken naar gebeurtenissen, namen, ontmoetingen. Dat werkte. Bovendien zou er een “biotijdlijn” ontstaan, een raamwerk voor een autobiografie, waaraan ik documenten zou kunnen koppelen. Bestaande of waar ik nog naar zou moeten zoeken.
Ontgoocheling: de reis is gestrand
Helaas, al teruglezend kwam ik tot de teleurstellende ontdekking dat ik tot 2012 met wisselende ijver en nauwkeurigheid aantekeningen had gemaakt. De jaren daarvóór bevatten per saldo ondermaats materiaal. Zowel kwantitatief als kwalitatief. Te weinig en te onduidelijk. Bijvoorbeeld: “Om 14.00 een afspraak met Bob Olie”. Wie was dat ook weer? Waarom had ik een afspraak? Al sla je me dood. JMHW (Joost Mag Het Weten).
Een mandje met bronnen
Je ben natuurlijk niet uitsluitend aangewezen op agenda’s, ’t zou wel makkelijk zijn geweest. Maar voor een (auto)biografie put je meestal uit een verzameling van bronnen. Een “mandje”: dagboeken, brieven, knipsels, foto’s, verhalen. Een (auto)biografie is als het ware de som van de bronnen over een bereik van leeftijd 0 tot einde leeftijd.
Zoals Jan Brokken “De Tuinen van Buitenzorg” schreef op basis van brieven van zijn moeder en aanvullend onderzoek.
Vergeten
Aan de hand van de notities in de agenda’s kan, wat je vergeten bent, weer tot leven komen. Het gevaar van oude foto’s en oude verhalen is overigens dat ze hun eigen werkelijkheid gevormd kunnen hebben. Was het echt zo? Zijn dit mijn eigen ervaringen of is het opgeklopte ‘hearsay’? Checken dus. In het “Vergeetboek” van Douwe Draaisma kan je hier veel overlezen. Een van zijn uitspraken: “ Het geheugen wordt gedomineerd door vergeten”.
Tijdig beginnen
De moraal van dit verhaal: schrijf een autobiografie. Het kan je in de historie plaatsen, op passende hoogte, en levert je stof tot introspectie. Het kan een bijdrage leveren aan je eigen identiteit en zelfs aan die van je nageslacht. En, tenslotte, begin er tijdig aan. Houd een dagboek bij en wees daarbij niet te zuinig met details, met gevoelens, waarnemingen en analyses.
Het tegenstrijdige is dat je vóór je veertigste daar doorgaans geen belangstelling voor hebt en dat je daarna het risico loopt de vorige generatie niet meer te kunnen bevragen. Wij hebben geen orale traditie zoals de Marrons in Suriname, waarover mijn vriend Bonno Thoden van Velzen publiceerde.
Wacht dus niet tot het te laat is, mis de orale bronnen niet. Je zal niet de eerste zijn die daar, tot z’n spijt, te laat achter komt.
Edwin Kisman
Lees ook mijn columns
Ik was jong, dan wil je wel wat – een autobiografie
Een ‘retraite’ om weer inspiratie op te doen 10 september 2021
De necrologie van prof. Bonno Thoden van Velzen
Necrologie Bonno Thoden van Velzen – Dirk Vlasblom NRC 26 juni 2020
Het artikel in de Volkskrant van 25 september 2021, Opinie pag 20
Het verhaal van mijn leven leert mij wie ik ben
Voor zijn interviews over een zinvol leven dompelde Volkskrant-redacteur Fokke Obbema
zich wekelijks onder in het levensverhaal van anderen.
Het bracht hem tot de vraag: hoe zou ik mijn eigen verhaal verwoorden? En hoe zinvol is dat?
En de boeken
De Tuinen van Buitenzorg – Jan Brokken
Vergeetboek – Douwe Draaisma
Handleidingenmaker: denk als een gebruiker
Waarom zijn moderne apparaten vaak zo complex, zo opgefokt, zo overgedimensioneerd? Een apparaat met tienduizend functies, waarvan je er maar drie gebruikt. Met duizend knopjes. Waarom zo complex? Omdat elk knopje erbij de innovatiestatus verhoogt? Pure functiemasochisme of technonarcisme. De meeste consumenten willen dat nu eenmaal, zeggen de fabrikanten. Echt waar?
Hulp bij het gebruik
Alleen zelfverklarende apparaten die intuitief te gebruiken zijn, zoals de iPad, hebben geen handleiding nodig. Evenmin de apparaten waarmee de gebruiker al helemaal vertrouwd is. Complexe apparaten echter, kunnen nauwelijks zonder. Behalve voor die gebruikers die gewend zijn een apparaat in gebruik te nemen zonder ook maar één letter van een handleiding te lezen. Ze zien wel waar het schip strandt. Anderen nemen eerst de handleiding (ettelijke malen) door voor ze aan het avontuur beginnen.
Auto vol gadgets
Ik heb mijn auto onlangs ingeruild voor een negen jaar jongere, gebruikte. Zelfde merk, zelfde type. ‘New school’ dus helaas veel nieuwe snufjes (‘gadgets’), waarvan een aantal overbodig. Hoewel ik redelijk vertrouwd ben met het type, vragen al die snufjes om een handleiding. Teleurstelling: zo goed als de auto is, zo slecht is de handleiding. Te dik, 438 pagina;s terwijl voor de zaken waar het om gaat 10 à 20 pagina’s voldoende waren geweest.
Hoe zit ‘t met dit knopje, en met dat controlelampje? ‘n Uitleg over het onderwerp over drie pagina’s met verwijzingen gemiddeld 50 pagina’s verder. En dan nog: hè, wat bedoelen ze daar nou mee? Gelukkig was ik al vertrouwd met het type en kon de verkoper me, ‘hands on’, in korte tijd wegwijs maken in de ‘gadgets’. “Innovaties”.
Jaap Roelants verwoordde dit probleem kernachtig in het financieele Dagblad van 14 november 2020. De kop van zijn artikel: “Leuk al die snufjes. Maar hoe start-ie eigenlijk?”
Read The Fucking Manual
De meeste mensen hebben de pest aan handleidingen. Vaak worden alleen die functies gebruikt die zonder handleidingen te gebruiken zijn. De andere zijn dus overbodig, behalve voor de technofielen en technonarcisten. Dat bleek ook uit een onderzoek van de winnaar in de categorie literatuur van de Ig Nobelprijzen 2019. Dat was een onderzoek naar de omgang met handleidingen. De titel? “Life is too short to RTFM”. RTFM staat voor ‘ Read The Fucking Manual’. De Ig Nobelprijzen zijn een soort alternatieve prijzen “waar men eerst om moet lachen, maar die ook aan het denken zetten”. Jasper van Kuijk schreef erover in de Volkskrant van 6 sep 2019.
Vorige week zijn de IgNobelprijzen 2021 bekend gemaakt.
Hier openen
In deze geest is ook een citaat uit een boek van Paul Mijksenaar “Ik heb € 2.000 voor dit rotding betaald dus ik vertik het om een heel boek te lezen”.
Paul Mijksenaar (oa bewegwijzering Schiphol) en Piet Westendorp schreven een boek over handleidingen en dan in het bijzonder over de visualisering ervan, getiteld: “ Hier openen. De kunst van de visuele instructies”. Ze laten zien dat visualiseren veel kan verduidelijken, maar dat beelden ‘an sich’ geen panacee zijn. Ze geven daar veel voorbeelden van. Ook hierbij gaat het om het juiste gebruik van de beelden. Een interessant boek.
Toch nuttig
Ondanks dat kan een handleiding z’n nut hebben. Hij moet wel goed zijn, maar wat is goed? Hij moet leesbaar, overzichtelijk, visueel ondersteund, logisch opgebouwd, maar vooral begrijpelijk zijn. Daar schort het nogal eens aan. Handleidingen zijn vaak, net als de apparaten, te complex en onbegrijpelijk. Dat komt omdat ze vaak geschreven worden door produktontwikkelaars die teveel zaken als vanzelfsprekend beschouwen.
User made
Dat zou anders moeten. Ze zouden geschreven moeten worden door (potentiële) gebruikers die het apparaat niet kennen en die ermee moeten gaan werken. Stap voor stap ontdekken hoe je met het apparaat moet omgaan. En die stappen helder en eenvoudig beschrijven. Overbodigheden weglaten. Als het kan op een paar A4-tjes.
Twintig talen, ook nog eens
Daarbij komt ook nog eens dat de meeste handleidingen in twintig talen worden bijgevoegd. Omwille van de efficiency: dan hoeft de fabrikant bij de verzending niet op te letten naar welk land het produkt gaat. Ik los dat op door het deel dat ik nodig heb er uit te snijden, een gewoonte die ik ook heb bij reiswijzers. Gelaagde efficiency.
Kookstrip
Een apart soort handleiding is de “kookstrip”, een recept in de vorm van een processchema. Met ingrediënten en de vereiste handelingen. Volgordelijk opgebouwd. Compact en overzichtelijk op niet meer dan één A4. Nooit tegen het eind van het koken er achter komen dat je in ’t begin nog wat anders had moeten doen.
Waar is die handleiding?
7 Gericht op de wat oudere technofoob
Think like a user
Geldt voor tijdschriften en kranten het adagium “Think like a reader”, voor handleiding geldt de variant “Think like a user”. Een betere voorwaarde is niet denkbaar.
Edwin Kisman
Een ‘retraite’ om weer inspiratie op te doen
Het heeft me de laatste tijd aan voldoende inspiratie ontbroken om in dit blog regelmatig columns te schrijven. De vorige verscheen vier maanden na 4 mei. Vandaar dat ik had besloten om een week in ‘retraite’ te gaan. Dat deed ik in een recreatiebungalow, een weekje geleend van mijn dochter Anna. Te midden van de bossen in de buurt van Steenwijk. Van alle gemakken voorzien. Stille omgeving. Fluitende vogels. Zo nu en dan op grote afstand een passerend vliegtuig. Ideale condities. Een omgeving waar ik ongestoord en geconcentreerd zou kunnen werken: lezen, onderzoeken, schrijven en redigeren. Waar ik ideeën zou kunnen krijgen en die zou kunnen uitwerken.
Afzondering
Over afzondering heb ik al eens eerder geschreven in mijn column “De waarde van het “alleen zijn” in afzondering op Bali” ( 7 september 2017 ). Ik merkte toen op: “Alleen zijn ( ‘solitude’) is niet synoniem met eenzaamheid (‘loneliness’). Alleen zijn is als het ware een ‘aggregatietoestand’ waarin je als mens kan verkeren. Meestal tijdelijk. Eenzaamheid is een gevoelstoestand, je afgewezen voelen, je buitengesloten voelen, de steun van anderen missen.”
Soms werkt het niet
Maar in die eerdere column had ik ook een artikel aangehaald waarin beschreven werd hoe je afzonderen om een ei te leggen soms niet werkt. Jette Pellemans beschreef in de NRC (23 februari 2017) dat afzondering niet altijd werkt. Zij haalde over dit onderwerp enkele schrijvers aan en een paar psychologen. Schrijvers die uit hun dagelijkse omgeving naar een afgelegen plek vertrokken om alleen te zijn, ongestoord inspiratie op te doen en om aan een boek te kunnen werken. Ze leken er eerder een schrijversblok van te krijgen. Ze voelden zich beperkt. Een organisatiepsycholoog zei daarover “De druk dat het dáár moet gebeuren ondermijnt de creativiteit”. Onderliggend zijn ‘vermijdingsmotivatie’(vermijden dat je faalt) of ‘streefmotivatie’(streven naar succes). Zit je om ideeën verlegen dan kan je volgens haar beter actief bezig zijn.”
Bij mij ook niet
In de eerste drie dagen van mij ‘retraite’ bleek er veel waarheid te zitten in de ervaringen van die schrijvers. Ik beperkte me tot het inzien en organiseren van mappen met ideeën voor potentiële columns. Schuiven en nog eens schuiven. De schrijfflow bleef uit. Zou het bij mij ook niet werken?
De doorbraak
In de nacht van de derde dag beleefde ik een doorbraak. Ik werd midden in de nacht wakker, een uur of drie en kon niet weer in slaap komen. Merkte dat mijn hoofd vol zat met gedachten en ideeën, door het lezen, het ordenen van idee-mappen en het denken erover. Het onbewuste was door blijven werken. Ook de angst mijn ideeën te vergeten hield mij uit mijn slaap. Vastleggen. Ik uit bed. Naar de tafel in de kamer. De lampen erboven waren gelukkig wat gedimd, anders zou ik te wakker geworden zijn. Ik heb een stapeltje papieren gepakt en ben haastig en snel gaan schrijven, als bij ‘freewriting’ zonder te letten op punt of komma’s, voortdurend tegen mezelf zeggend “leesbaar schrijven”. Gedachten, associaties. Een lineaire mindmap. Het bleek dat in de stilte toch gedachten gegroeid waren die pas later tot expressie konden komen. Na drie kwartier was ik uitgeschreven, waren mijn gedachten overgeheveld naar het papier, was m’n hoofd leeg. Ik had het koud gekregen waardoor ik weer naar m’n warme bed verlangde. Viel snel in slaap met de gedachte: “het deeg is gemaakt, nu laten rijzen en morgen afbakken”.
Nieuwe methode?
Een structurele oplossing dacht ik, een nieuwe methode: niet tot de ochtend wachten maar halverwege de nacht al vastleggen. Maar nee. In het blad “Vol van Boeken”, las ik een interview van Minou op den Velde met Adriaan van Dis. Minou: “ U begint vroeg in de ochtend te schrijven?” Adriaan: “Om een uur of zes trek ik mijn trainingspak aan en ga na het luisteren naar de ochtendradio achter mijn schrijftafel zitten. Ik heb meestal ’s nachts al wat geschreven, want om drie uur word ik bezocht door de nachtredacteur. Die heeft lumineuze ideeën. Er ligt altijd papier naast mijn bed. ….. Vaak tik ik alles snel uit, want mijn handschrift blijft maar een paar uur leesbaar”
Brain purge
Naast de ideeën die ik kreeg was het verminderen van stress een welkome bijvangst (‘collateral benefit‘) wanneer je het teveel aan gedachten overhevelt naar een extern geheugen: papier of een computer. “Hik spik spouw. Ik geef de hik aan jou”. Jij bent er pas echt van af als je je gedachte ook helemaal los laat. Dumpen in de “trash”. Uit je volle hoofd zetten en helemaal vertrouwen op dat externe geheugen, dat je op elk moment kan raadplegen. Ziezo, weer ruimte in je hoofd. Zorgen, zeurende gedachten zijn ook notoire bezetters van geheugenruimte. Is iets gebeurd en kan je er niets meer aan doen, hup de ” trash” in. Niet langer over zeiken. Je hoofd leegmaken, “brainpurge“.
Het krètèk moment
Ik ben geen roker (meer). Ruim tien jaar geleden gestopt. Een uitzondering maak ik als ik onder een afdak zit waar een tropische bui op roffelt. Dan pak ik mijn pakje Dji Sam Soe krètèks, die altijd in de aanslag ligt. Een aansteker, een vlam. En dan komen toen en daar weer samen. De tropen.
Wat was het resultaat?
Ik had mezelf een ‘target’ gesteld van vier (eerste versies van) columns, en vier bijbehorende illustraties. Daarnaast wilde ik een leesachterstand inhalen en een autobiografische database opzetten aan de hand van mijn agenda’s van voorgaande jaren. Dat doel heb ik niet gehaald. Wat ik wel bereikt heb is introspectie en de ordening van aantekeningen en gedachten waaruit naderhand enkele columns ontstonden. Onder andere deze en die van vorige week. En, niet te vergeten, twee krètèk momenten.
Edwin Kisman
Lees meer in:
Het Magzine van Libris, waarin het geciteerde interview “Vol van boeken”
De volgende columns die gerelateerd zijn
De Ideeënfabriek of het ‘brainstorm moment’
( 9 maart 2015)
De waarde van het “alleen zijn” in afzondering op Bali”
(7 september 2017)
Alleen zijn ten uitvoer gebracht
(8 december 2017)
Stress? Een vol hoofd? Hoe maak je ’t leeg ?
(12 november 2019)
Kabinetsformatie: waar blijft dat nieuwe leiderschap?
Waar blijft die nieuwe leider die ons een halfjaar geleden werd voorgespiegeld? Dat stuurmens die Nederland door de golven moest leiden. Die leider van een pro-actief kabinet, dat een geoliede overheid moest aansturen, vrij van de vele missers van de laatste tijd. Die leider waarover ik op 17 maart schreef in mijn column: ”Kaag: tijd voor nieuw leiderschap. Wat is dat?”. Een antwoord daarop heb ik niet gekregen. Ik kan het ook niet zien in het gemodder bij de kabinetsformatie, of liever gezegd in de poging tot kabinetsformatie. Iedereen draait om de ander heen, de eigen belangen krampachtig tegen de borst geklemd. Waar blijft de nieuwe leider die zegt: ”Kom op laten we voeten”. Zoals je dat vroeger deed bij het kiezen van een voetbalteam, op het veldje achter de school. Voetje voor voetje naar elkaar toe, naar een keuze toe. Zo gefikst. Nee, een minderheidskabinet? Dat moeten we nog zien. ‘Seeing is believing’.
Leiders geboren of opgeleid?
Is leiderschap aan te leren? Of word je geboren als leider. Te oordelen naar de vele opleidingsinstituten die zich er mee bezig houden is leiderschap te leren. Dat geloofde ik ook. In de tijd dat ik bij de Van Deventer Maas Stichting zat heb ik een aantal leiderschapstrainingen opgezet voor afgestudeerde Indonesische jongeren.
Van Deventer Maas Stichting
De Van Deventer Maas Stichting (VDMS) is een particuliere stichting. Een NGO met een eigen vermogen waarvan de fundamenten in 1913 werden gelegd door Coen van Deventer een gefortuneerde, maar maatschappelijk betrokken, advocaat die een tijdlang in Semarang werkte. Hij demonstreerde die betrokkenheid al in 1899 door de publikatie in de Gids, van zijn beroemde artikel “Een Eereschuld” waarin hij voorrekende wat Nederland aan Nederlands Indië onttrok ten behoeve van dekking van de Nederlandse begrotingstekorten. In plaats van het geld te gebruiken voor de ontwikkeling van het overzeese gebiedsdeel (infrastructuur, haven van Soerabaja etc).
Rampspoed
Terzijde. Het economisch belang van het wingewest werd nog eens benadrukt door J.Tinbergen (Nobelprijswinnaar!) en J.B.D. Derksen in hun rapport “Berekeningen, over de economische betekenis van Nederlandsch-Indië voor Nederland“. (1941). Dat werkte door na de oorlog. Het gevleugelde commentaar was toen:”Indië verloren, rampspoed geboren” wat naar het schijnt (mede) de aanzet was tot de Politionele Acties in 1947-1949. Een economische oorlog dus.
Eigen middelen
De VDMS financiert uit eigen vermogen het faciliteren van onderwijs in Indonesië. De stichting verstrekt beurzen, financiert scholingsprojecten zoals de ‘upgrading’ van docenten van scholen en ‘business’- en leiderschapstrainingen voor afgestudeerden. Doel: Indonesische jongeren, met name minder bedeelden, “mandiri” te maken, dat wil zeggen, zelfstandig.
Leiderschapstraining
Een van dat soort projecten zijn de leiderschapstrainingen. Daarmee werd in 2006 begonnen. De mooiste van de elf die ik heb meegemaakt was die in Puntondo in 2009. Een open terrein aan een wit strand 50 km ten zuiden van Makassar. Ver van de drukke gehaaste wereld. Een trainingscentrum in een idyllische omgeving. Houten gebouwen met rieten daken. Open vergaderzaal, restaurant, slaapkamers op palen, alle met elkaar verbonden door houten loopbruggen.Een ideale ‘umfeld’ voor een intensieve training.
l’Amour est un oiseau rebelle
Nooit zal ik de plek van die training vergeten. Stille ochtenden, zonsopkomst, rust voor het begin van de training. In de bomen rondom zingende vogels. Maar wat zongen ze, in eindeloze herhaling? De eerste strofen van de Habanera uit Carmen van Bizet: ‘L’amour est un oiseau rebelle’. Hoe kwamen ze daar aan? Hoe was dat te verklaren, als ik dat al wilde. Soms een geval van ‘morfische resonantie’ uit de ‘morfogenetische veldentheorie‘ van Rupert Sheldrake? Misschien, maar eigenlijk wilde ik dat niet weten. Ik nam het zoals het was en luisterde betoverd.
De training
Voor die zeven dagen durende leiderschapstraining in 2009 onder de titel ‘Creating Leaders for a Sustainable Society’ had ik een dagboek geschreven ‘Diary of a Leader’ met voor elke dag een motto, een suggestie aan de toekomstige leiders onder mijn gehoor. Zeven waarden. Zeven aanbevelingen voor een actief, kritisch en democratisch leiderschap.
DIARY OF A LEADER
Seven Inspiring Days
FRIDAY – HAVE A GOAL
SATURDAY – BE PROACTIVE
SUNDAY – TAKE ACTION, TAKE RISKS
MONDAY – BE CRITICAL
TUESDAY – BE CREATIVE
WEDNESDAY – BE DEMOCRATIC
THURSDAY – SHARE YOUR POWER
Vergroot bijgaande illustratie door er op te klikken
De Kabinetsformatie uit het slob?
Een advies aan de rollebollende partijen in het formatieproces? Het motto van de Zondag en ook dat van de woensdag? Op dit moment de meest effectieve?
Edwin Kisman
Verder lezen
Columns
”Kaag: tijd voor nieuw leiderschap. Wat is dat?
“Waarom gaat er zoveel mis bij de overheid en gaat ‘t in het bedrijfsleven meestal goed?”
YouTube
Habanera Carmen “L’amour est un oiseau rebelle”
Wiki
Coen van Deventer
Boek
Een aanrader
“Klein boek over leiderschap“, Henk van ’t Klooster – uitgeverij Thema (Schouten & Nelissen)
Brainstormen in een groep, (g)een goed idee?
Wie heeft niet eens meegedaan aan een brainstorm ? Waarbij een werveling van gedachten tot nieuwe ideeën leidde en vandaar naar verbeteringen, nieuwe produkten, innovaties. Brainstormen, een prima idee, of toch niet?
Volgens Carsten de Dreu, niet altijd. Althans niet in een groep. “Samen brainstormen: zelden een goed idee”, stelt hij uitdagend in zijn boek “Creativiteit krijg je niet voor niks. Over de psychologie van creativiteit in wetenschap en werk” De Dreu is hoogleraar sociale en organisatiepsychologie aan de Universiteit Leiden en hoogleraar gedragseconomie aan de Universiteit van Amsterdam.
Geen goed idee
Waarom is volgens hem samen brainstormen geen goed idee? Drie argumenten. Deelnemers aan een groepssessie kunnen zich inhouden omdat ze bang zijn af te gaan. Een onveilige situatie die de moderator te allen tijde kan en moet voorkomen. Ten tweede kunnen deelnemers zich inhouden omdat ze bang zijn dat anderen er met hun idee vandoor gaan. Zonde van de inspanning. Een behoorlijk egoïstische instelling. Ten derde, als je moet wachten op het spuien van een idee van een ander, kan je intussen niet je eigen idee naar voren brengen. De Dreu noemt dat coördinatieverlies.
Solitaire brainstorm productiever
Per saldo, concludeert hij, dat het solitair brainstormen productiever is dan de groepsbrainstorm. Uiteraard door onderzoek onderbouwd. Dat zou kunnen, maar alle drie argumenten kunnen worden ondervangen door een wat slimmer inrichten van de groepsbrainstorm. Angst, egoïsme en wachten kunnen worden ondervangen. Voor dat wachten draagt hij zelf een oplossing aan: ‘elektronisch brainstormen’. Best geavanceerd voor de tijd waarin het boek werd geschreven (2016). En dat egoïsme heeft ook een andere kant. De neiging om te denken dat leuke ideeën van anderen door henzelf zijn bedacht. Vooral narcisten hebben dat.
Of toch groepsbijeenkomst?
Toch voert hij ook argumenten aan van andere onderzoekers (Sutton en Hargadon) ten voordele van een groepsbrainstorm: het genereert sociale steun voor innovatieve oplossingen en het bevordert een op de inhoud gerichte ‘mindset’.
Draagvlak
Dit nu juist is het sterke punt van een groepsbrainstorm, die je ook lateraal overleg zou kunnen noemen. Dat weet ik uit eigen ervaring bij veel procesverbeteringen binnen uitgeverijen, van bijvoorbeeld redactie-, verkoop- en marketingprocessen. Met het gezamenlijk bespreken en creatief oplossen van problemen en knelpunten in een proces door vertegenwoordigers uit de hele “proceskolom” creeër je draagvlak voor de uitvoering van de verbeteringen. Daarmee kan je de implementatie inweken, incuberen. Dat maakt de groepsbrainstorm weer productiever dan solitaire brainstorms.
Voorbereiding
Je kan overigens een groepsbijeenkomst vooraf laten gaan door een solitaire brainstorm, waarna de deelnemers hun ideeën inbrengen om die de kans te geven verder associatief te groeien, gedragen door de ideeën van anderen, naar een uiteindelijke oplossing. Lateral linking. De laatste kraal aan het kralensnoer. Eureka.
Per saldo dus een nuttig hulpmiddel en een goed idee.
Edwin Kisman
Lees ook de volgende columns
Ideeën fabriek of brainstorm moment
9 maart 2015
De waarde van het “alleen zijn”, in afzondering op Bali
7 sep 2017
Weerstand tegen verandering. Wat doe je er tegen?
5 november 2019