Twee jaar corona, een terugblik. Het ging fantastisch. Toch?

Ja toch?

Het kabinet Rutte III heeft alert en adequaat gereageerd op de virusuitbraak die ons land pardoes overviel. Het zat er bovenop en liet zich niet echt verrassen. Alles is op z’n pootjes terechtgekomen. Niet omzien in wrok dus.  Hoe hebben ze dat voor elkaar gekregen?

Meer lezen

Komt er een Minister voor Digitale Zaken? Is dat een goed idee?

Minister Digitale Zaken
Minister voor Digitale Zaken?

Misschien, dat is de vraag. In het regeerakkoord wordt er niet over gerept. Toch lijkt centrale regie een hoge prioriteit te moeten hebben. Er is veel mis gegaan de laatste jaren. Op het gebied van digitale projecten.
Een paar krantenkoppen uit 2019:
Overheid en haar ICT projecten: worsteling – 19 april
Problemen overheid met IT nog groter – 15 mei
ICT projecten overheid nog steeds chaos – 15 mei
Parlementair onderzoek naar ICT problemen overheid – 5 juni
Daarna volgden: de toeslagenaffaire, de daarmee samenhangende “regelfilie” van de Raad van State (die daar nu zelf van overtuigd is), een zwarte lijst van de Belastingdienst. En eerder al het etnisch profileren en het postcode stigmatiseren.

Ook vorige week was er paniek over een lek (Apache Log4j) en in 2020 was er de Citrix-crisis. De Onderzoeksraad Voor Veiligheid (OVV) bepleit in een recent rapport in het kader van ‘Cyber Security‘ een centrale regie:”Ook adviseert de OVV dat er één bewindspersoon komt die toeziet op digitale veiligheid. Nu is dat een verantwoordelijkheid van verschillende ministeries“. Wat voor de veiligheid geldt, geldt ook voor de eerder genoemde problemen.

De software hoeft overigens niet altijd en alle blaam te treffen. Het is ook de input, de opdrachten en de data die er in gestopt worden. De Mens achter het scherm. ‘Garbage In- Garbage Out’ (GIGO)

Oplosbaar?
Is in zo’n situatie een Minister voor Digitale Zaken (MDZ) een panacee? Is centrale regie een (goede) oplossing? Een Bewindsmens met een gealloceerd budget voor puinruimen. En is er een kandidaat met enig benul van zaken? Marietje Schaake (D66) werd genoemd, die op ‘t ogenblik directeur van het Cyber Policy Center van Stanford University is? Of komt de oplossing sowieso te laat? En is de klus niet te groot?

Sisyphusarbeid
Hoe groot is die klus? Stel je voor, een tanker met daaromheen een aantal parlevinkers. Die tanker, de overheid, is moeilijk van koers te veranderen. De parlevinkers zijn wendbaar, hebben allen hun eigen “waar”, hun eigen, zelf geïmplementeerde, ICT systemen. Geen onderling contact. Überhaupt geen belangstelling daarvoor. Breng daar maar eens orde in en communicatie tussen. Knippen en plakken in bestaande processen is een heilloze zaak. Hier wat verbeteren en daar wat opborstelen leidt tot “bloemkoolachtige” gedrochten.
Waar is het mis gegaan? Ga daar maar eens aan staan Minister voor Digitale Zaken (MDZ). Je zou kunnen beginnen met steun te zoeken in Estland en kijken hoe ze ’t daar hebben aangepakt. Vanaf 1994 al. We lopen achterop, een niet onbekend verschijnsel in Nederland, nietwaar?

Estland
Die kleine Baltische staat Estland wordt nu internationaal beschouwd als koploper op het gebied van een digitale samenleving ( e-Estonia). Een land met slechts 1,3 miljoen inwoners en op dit moment 80.000 ingeschrevenen uit andere landen (e-Residents), van over de hele wereld.

Ligging Estland
Baltische staten

Onafhankelijkheid behouden
Wat is het geheim van het Estlandse concept? Het vond zijn oorsprong in 1991 toen Estland onafhankelijk van de Sovjet Unie werd. Uit vrees om ooit opnieuw ingelijfd te worden werd besloten een digitale overheid te bouwen, om zo minder kwetsbaar te worden. Vier jaar later lag er een strategisch plan voor een informatiemaatschappij, een digitale staat. Voorvechter van deze ontwikkeling was de fysikus Jaak Aaviksoo.
Twee jaar later, in 1996, werd de “Tiigrihüpe” (Tijgersprong) gelanceerd. Geïnspireerd op Mao Zedong’s “Grote Sprong voorwaarts” ? De IT infrastructuur zou worden aangepast aan het Westerse niveau. Computeronderwijs werd op alle scholen geïntroduceerd en die scholen werden allemaal op het internet aangesloten. Het resultaat: brede IT kennis en internetgebruik door vrijwel de gehele bevolking van Estland.

Vertrouwen burgers
De daaropvolgende digitale diensten (e-services) die door de overheid ten dienste van haar burgers werden ontwikkeld en die ook goed werkten (!), versterkten de acceptatie van de digitalisering en daarmee ook het vertrouwen van de burgers in de overheid. ‘Collateral benefit’. Dankzij die breed gespreide IT kennis onstonden ook veel digitale start-ups, waaronder de bekendste Skype, Transferwise en Taxify.

Kritische Succes Factoren
De Kritische Succes Factoren (KSF) voor deze gang van zaken waren: (1) het stellige voornemen van het Kabinet om een Digitale Overheid te bouwen (e-Governance) en (2) als onderdeel daarvan, goedwerkende digitale diensten beschikbaar te stellen aan haar burgers, (3) diensten die onderling verbonden zijn en zo gegevens kunnen uitwisselen (een solide nationaal intranet) (4) en die het eigendom van de persoonlijke data bij de burger laten, die daardoor ook zelf de toegang ertoe kan bepalen, (5) waardoor, door al deze factoren, het vertrouwen in de overheid groot en bestendig werd. Het belangrijkste kenmerk van deze ontwikkeling? Het feit dat de digitale staat vanaf de grond af aan werd opgebouwd

‘Grass roots’
De digitale Estlandse staat is “grass roots” opgebouwd, zoals dat in fabrieksbouwtermen heet. Vanaf een “kale vlakte”. Daarin schuilt al meteen de eerste handicap voor de MDZ. De Nederlandse digitale staat had al decennia geleden op een kale vlakte gestart moeten worden. En de tweede handicap: hoe kan je werken onder een verziekt vertrouwen in de overheid? En vervolgens, hoe verander je de koers van de tanker en hoe stem je de parlevinkers op elkaar af? Krijgt je als MDZ voldoende bevoegdheden en budget, meer dan de kruimels die afvallen van de andere ministeries?

Briefing Centre directeur Anna Piperal
Anna Piperal, e-Estonia Briefing Centre
Ave Lauringson

Kennis delen
De MDZ hoeft niet helemaal zelf het wiel uit te vinden.Estland is graag bereid zijn kennis te delen. Dat gebeurt op een aantal vlakken al met Finland. Maar ook andere landen zijn welkom. In Tallinn is er een e-Estonia Briefing Centre, dat onder leiding stond van Anna Piperal, die opgevolgd is door Ave Lauringson. Ook wel de “showroom van het Estlandse concept” genoemd. Vorig jaar bezochten 45.000 bezoekers uit 130 landen dat centrum, waaronder een aantal van de Nederlandse Rijksoverheid.
Die bezoekers kwamen om er kennis op te doen, eventueel zaken over te nemen en mogelijk om tot samenwerkingen te komen. In 2018 bezocht onder meer staatssecretaris Raymond Knops van Binnenlandse Zaken dit centrum. Een van de parlevinkers. Vooralsnog heeft dit bezoek weinig zichtbaar effect gehad.

‘Corona tracing’
Een voorbeeld van die coöperatieve instelling en van de vooraanstaande positie van Estland op digitaal gebied is de deelname van het land in 2020 aan een consortium van de drie grootste landen van de EU – Frankrijk, Italië en Duitsland. Doel was het ontwikkelen van, ‘Privacy-Preserving Proximity Tracing’. Een systeem om veilig het “voetspoor” van Covid-19 te volgen. Estland is sinds 2004 EU lid en sinds 2007 lid van de Eurozone.

Ontwikkelingen van e-diensten
Een aantal cruciale diensten werd ontwikkeld en geïmplementeerd, zoals de introductie van een digitale ID-kaart, waarmee de burger toegang kan krijgen tot de online diensten, zoals de belastingaangifte, het digitaal stemmen, zijn patiëntendossier, recepten en digitale handtekeningen. Estland loopt voorop in de digitale ontwikkeling van overheidsdata met de nadruk op privacy en cyberveiligheid. De burger hoeft geen kantoren meer te bezoeken behalve bij het ophalen van de ID-kaart en een bezoek aan de notaris bij verkoop van onroerend goed, huwelijk en scheiding.

Bekijk voor een overzicht van de Estlandse ontwikkeling de TED Talk van Anna Piperal op YouTube (28 januari 2020)
What a digital government looks like

Opbouw in stappen
Hieronder een overzicht van de digitale diensten (e-services) die sinds 1994 werden ontwikkeld en geïmplementeerd. Als toelichting zijn bij elk “product/dienst” in ’t kort de geclaimde resultaten vermeld. Alle diensten zijn onderling verbonden, kunnen data uitwisselen en zijn toegankelijk voor alle Estlandse burgers en e-ingezetenen (e-residents)

e-ID CCard
Digitale ID kaart

De e-diensten in chronologische volgorde van ontwikkeling
e-Banking (1996). De invoering van het internetbankieren.
e-Cabinet meeting (1996). Gestructureerd online overleg. De gemiddelde duur van een Estlandse kabinetsvergadering is teruggebracht van 5 uur tot 30 minuten. Paperless.
e-Tax board (2000). Belastingaangifte door burgers kost nu 3 minuten online. Bijna iedere burger maakt er gebruik van.
m-Parking (2000). Te zelfder tijd geïntroduceerd als bijv Park-line in Nederland.
X-road (2001). Een nationaal integratie platform dat alle e-diensten koppelt, met lagere kosten voor datauitwisseling en het voorkomen van datalekken bij onbeveiligde databases (blockchain 2008).
e-ID card en digitale handtekening (2002). Ontwikkeld op basis van Finse techniek. De digitale e-ID kaart is in Estland verplicht gesteld, waardoor het een succes werd, in tegenstelling tot de introductie in Finland, die vrijwillig was. De burger is eigenaar van zijn persoonlijke data. Instanties als ziekenhuizen, verzekeringen, overheid hebben toegang tot die gegevens, als de eigenaar daar met behulp van die e-ID kaart toestemming toe geeft.
i-Voting (2005). Online stemmen. Eenderde van de stemmen werd online uitgebracht, waaronder stemmen uit 110 andere landen
Cyber security (2007). In 2007 is er een grote cyberaanval geweest. Het probleem werd dankzij internationale samenwerking opgelost. Daarna werd de veiligheid gewaarborgd door de ontwikkeling van blockchain technologie.
Blockchain technology (2008). Data waaronder oa burgerlijkestand gegevens worden beschermd door de door KSI ontwikkelde KSI blockchain.
e-Health (2008). Patiënten dossiers zijn geheel online, wat vooral belangrijk is in noodgevalllen.
e-Prescription (2010). Online afhandeling van medische recepten. Geen onleesbare recepten meer. Een samenwerking met Finland.
e-Residency (2014). De eerste digitale staat voor wereldburgers. Buitenlanders kunnen e-resident (digitale ingezetene) van Estland worden en bijvoorbeeld binnen 30 minuten een bedrijf opzetten
Road administration’s e-portal (2014). Diensten voor wegverkeer, zes maal sneller, 20% goedkoper en transparanter.
World’s first data embassy (2015). Estland is het eerste land ter wereld in ‘the cloud’. Kwetsbare databases en diensten hebben een backup in een streng beveiligd datacentrum in de Ambassade in Luxemburg.
NIIS X-Road consortium (2017). Het ‘Nordic Institute for Interoperability Solutions’ werd opgericht door Estland en Finland. Het is een pionier in internationale ‘e-governance solutions’. Bedoeld om betere diensten aan de burgers te leveren.
Seamless services roadmap (2018). Een plan om met ‘seamless services’ (naadloze diensten) een natuurlijke en innige band tussen de burgers en de staat te scheppen.. De eerste ‘seamless service’ startte in 2018
Governement AI Strategy (2019). Een gedetailleerd strategisch plan ter stimulering van de implementatie van AI oplossingen in publieke en private sectoren.
Proactive Schild Care (2020). Ouders hoeven bij de geboorte van hun kind voortaan niet meer zelf de voorzieningen aan te vragen waarop zij recht hebben.
Remote Verification for Notaries (2020). Online notariële aktes. Er zijn nu nog maar drie gelegenheden waarbij men fysiek aanwezig hoeft te zijn bij de notaris: bij koop en verkoop van onroerend goed, bij huwelijk en bij echtscheiding.

Zo zie je maar hoe een klein land groot kan zijn en wat er op het bord van de Minister voor Digitale Zaken komt te liggen. Als die Minister er komt.

Edwin Kisman

PS

Dubai ook ‘paperless’
Trouw (21 dec ‘21) meldt dat Dubai ook de ambitie heeft een papierloze staat en koploper in digitalisering te worden. “Vanaf nu noemt het emiraat zich ‘de eerste papierloze overheid’ ter wereld”. “Het idee is dat burgers nooit meer met al hun papierwerk naar het gemeentehuis hoeven te sjouwen, maar hier een app voor kunnen inzetten”. Zou de kroonprins van Dubai, sjeik Hamdan bin Mohammed bin Rashid al-Maktoum, nou wel of niet in Estland op bezoek zijn geweest.

Dezelfde Trouw meldt ook dat “De verkiezingen voor het Sportgala zijn begonnen. Bijna 1100 sporters en ruim 250 coaches kunnen deze dagen digitaal hun stem uitbrengen”. Ook hier schrijdt de tijd voort.

En kijk ook naar
Een overzicht van de historie van e-Estonia
Het ‘e-Estonia Briefing centre’ in Tallinn 

en lees mijn column

Vertrouwen, als er daar eens wat meer van was
22 november 2021

Corona: toch maar kiezen voor het ‘worst case’ scenario?

worst caseRutte III was tot nu toe kampioen in het scheppen van onvervulde, loze verwachtingen. Alsof men het spreekwoord “Hoge verwachtingen, vangen veel teleurstelling” niet kent. Loze beloftes oogsten teleurstelling, frustratie, woede en agressie. In die volgorde. Het ziet er nu naar uit dat ze hun les geleerd hebben. Optimisme ‘on hold‘, ‘worst case‘ troef? Proactief wordt de nieuwe lijn?

Scenario’s
Er zijn voor verwachtingen drie scenario’s mogelijk.

A. Méér gerealiseerd dan verwacht. Een geval van ‘Under promise, over perform’. Meevallers, leiden tot tevredenheid, senangity. Niet te vaak doen, want dan gaat men structureel méér verwachten en moet je altijd méér waarmaken. Richt je op de ‘worst case’.

B. Gerealiseerd overeenkomstig de belofte. Een woord is een woord. Of, “Zeg wat je doet en doe wat je zegt”. Het meest favoriete scenario. Weet de ander precies waar ie aan toe is.

C. Niet gerealiseerd wat beloofd werd.Over promise, under perform’. Een tegenvaller, een afknapper, teleurstelling, die leidt tot frustratie, vervolgens woede, dan agressie, tenslotte rellen. Valse verwachtingen gewekt, loze beloftes. Nou maakt het ook nog uit of dat bedoeld en structureel gebeurt of incidenteel. Het tast in ieder geval de geloofwaardigheid van de belover(s) aan. Zoiets geldt ook voor de kop van een artikel in een blad of krant die een verwachting wekt die in het artikel niet waargemaakt wordt.

Het was duidelijk dat het Kabinet, Hugo de Jonge voorop, vrolijk beschoeid, tot voor kort koerste op scenario C, dat uiteindelijk strandde in een teleurstelling. Bij zo’n afknapper zou Herman Finkers misschien helpen kunnen. Of juist niet. Te oordelen naar de titel van zijn (hand)boek “De cursus omgaan met teleurstelling gaat niet door“. Daarom, teleurstelling beter voorkomen dan genezen. Het is een kwestie van goed verwachtingsmanagement.

Koersval
Scenario C

Koersval
Het effect van hoge verwachtingen zie je ook bij het presenteren van de cijfers van bedrijven, bijvoorbeeld van hun kwartaalresultaten. Zijn die (veel) lager dan de markt verwacht, dan duikelt de koers. Bij het opstellen van een begroting kan je beter niet te optimistisch zijn over je omzetontwikkeling. Kan leuk zijn, maar je biedt een teleurstelling een schot voor open doel. Beter de toekomst conservatief inschatten. Een wat grijzer scenario hanteren. Geef meevallers een kans. Scenario A.

Weersverwachting
De enige verwachtingen waar we niet zo zwaar aan tillen als ze niet uitkomen zijn de weersverwachtingen. Een standaardreactie is “Gelukkig dat de mens niets aan het weer kan doen. Dat zou maar oorlog geven”. Een stoïcijnse instelling.
Een bekend voorbeeld van een weersvoorspelling die een beslissende rol speelde was die bij de voorbereiding van D-Day, 6 juni 1944. Het was toen de weerman die het groene licht voor de invasie gaf.

Tailor made
Overigens worden de weersvoorspellingen vandaag de dag steeds nauwkeuriger. Dankzij de toegenomen rekencapaciteit van (quantum) computers en AI. Zie bijvoorbeeld Infoplaza die steeds meer ‘tailor made‘ weersvoorspellingen levert. Marc van den Eerenbeemt schreef er over in de Volkskrant (31 aug 2020) “Steeds preciezer voorspeld”. In de New York Times (27 aug 2020) schreef Marion Renault over “The (booming) business of customized weather forecasts”.

Buffett
Buffett

Goed huwelijk
Ter afsluiting, en ter ondersteuning van het voorgaande, een citaat uit een interview van Particia Sellers met de wijze superbelegger Warren Buffett in Forbes (6 okt 2010): “What’s the secret of a great marriage? It’s not looks, nor intelligence, nor money – it’s low expectations

Wat in het begin van het jaar gold, lijkt nu wat veranderd. Proactief is de insteek geworden. Voor het eerst in twee jaar. Zit proactiviteit niet in de gereedschapskist van een Kabinet of alleen maar niet in dat van Rutte III? De tijd staat niet meer stil..

Edwin Kisman

Lees ook mijn column over ‘vertrouwen’
Vertrouwen, als er daar eens wat meer van was

Het is alsof de tijd stil staat. Het coronadebat kabbelt door.

Dinsdagavond kwam het duo Rutte/de Jong met aangepaste coronamaatregelen. Het debat kan weer beginnen. Een debat over Corona publiekelijk gevoerd, aan de TV borreltafels, draagt niet bij aan de geloofwaardigheid van de wetenschap, van de coronamaatregelen en van de betrokken ‘experts’. Verwarring onder kijkers. Een wetenschappelijk discours is goed. De ene wetenschapper heeft iets gevonden, de ander iets anders en vecht die ene aan. Zo’n debat is prima. Zo groeit onze kennis en onze wetenschap.

Aerosolen
Maarten Keulemans schreef in zijn artikel ‘Luchtoorlog om corona’ (Volkskrant 6 juli 2020) dat 200 wetenschappers in een open brief wezen op het risico van het meeliften van het Covid-19 virus op druppeltjes speeksel die zo klein zijn dat ze een tijdje in de lucht blijven hangen en blijven rondzweven in ongeventileerde ruimtes. Aersolen in binnenruimtes, een soort stabiele luchtemulsie. Ramen open dus. Maurice de Hond had zich al eerder sterk gemaakt voor het idee. Ontmoette als leek veel scepsis van die wetenschappers die een maand later die brief niet ondertekenden. Amrish Baidjoe, veld-epidemioloog en microbioloog, riep het kabinet daarna in een brief op mondkapjes in binnenruimtes te verplichten (NRC 30 juli 2020).

Baat het niet, dan schaadt het niet
In landen om ons heen waren  mondkapjes buiten verplicht, Nederland deed niet mee. “Andere cultuur”. De burgemeesters van Amsterdam en Rotterdam kwamen in opstand. Ahmed Aboutaleb zei: “Ik moet mezelf later nog in de ogen kunnen zien”. Hij moest ervan overtuigd zijn dat hij er alles aan gedaan had om uitbreiding van de besmettingen te onderdrukken. Baat het niet dan schaadt het niet. Femke Halsema zal ook zoiets gedacht hebben. Een mondkapje als ‘nudging’ instrument. Aanvankelijk voor bewustwording, daarna voor bewustblijving. Vooral voor (late) pubers voor wie ‘Fear of Missing Out’ (FOMO) leidend is en tegendraadsheid het normaal. Een lichtblauw mondkapje, al of niet drielaags, heeft een sterkere signaalfunctie, dan de ‘fancy’ afsluiters met een tijgerprint of leeuwenmuil.

Mondkapjes
Niet nodig, zei Van Dissel vorig jaar juli een Noors overzicht citerend: “laat 200 duizend mensen een week lang een mondkapje dragen, en je zult misschien één geval van besmetting voorkomen. Een buitengewoon klein effect”. Een typisch voorbeeld van ‘cherry picking’ (“cijfers zijn correct als ze mij welgevallig zijn”). Was het Nederlandse beleid soms gestoeld op het voorkomen van gezichtsverlies: “ Wie A zegt moet A blijven zeggen”? Ook Amrish Baidjo zei dat het erop leek of Nederlandse beleidsmakers waaronder Mark Rutte en RIVM-coronachef van Dissel een imagoprobleem (gezichtsverlies) vreesden als ze van mening zouden veranderen. „Er is zo lang gezegd: mondkapjes werken niet. Dan wordt het lastig daarop terug te komen. Het past in de trend dat er met te veel stelligheid is gecommuniceerd over dingen waarover geen zekerheid was.”


Ongeloofwaardige wetenschap

Augustin Landier, een hoogleraar aan de ‘École des Hautes études commercials de Paris’ en David Thesmas van het ‘Massachusetts Institute of Technology’ schreven in een artikel in Les Echos, “Covis – 19 and the meaning of Scientific Failure’ dat de gezondheidscrisis een gigantische onzekerheid zichtbaar heeft gemaakt en de grenzen van menselijk kennis heeft getoond. Wetenschappers hebben uiteenlopende standpunten ingenomen en zijn regelmatig van mening veranderd. Hebben tegenstrijdige onderzoeksresultaten gepubliceerd en later weer teruggetrokken. “De vrees onder wetenschappers bestaat dat ze uit de crisis komen met een volstrekte ongeloofwaardigeheid”.

Grote golf publikaties 
Daar bovenop kwam een tsunami aan publikaties, naar aanleiding van het Covid-19 virus. Een ‘collateral damage’. Een gevolg van de race naar het verlossende vaccin. Gewonnen door Pfizer en BioNTech. Het Allen Institute for AI (AI2) stelde vast dat er in die periode meer dan 130.000 wetenschappelijke publikaties op dit gebied waren verschenen. Voor het merendeel prematuur, soms speculatief, soms op schimmige websites gezet, niet volgens de normen ‘ge-refereed’, veel met voorlopige conclusies en een aantal dat weer werd teruggetrokken.

Beïnvloeding jonge volgers
Uit onverwachte hoek kwam ook nog eens het fotomodel Doutzen Kroes, een “influencer” met 6,5 miljoen volgers. Zij trok de vele tegenstrijdige conclusies van de experts in twijfel. De coronaparadox gaf haar daartoe de ruimte. Ze kwam met een complottheorie en aanbevelingen voor gezond eten. Promotie voor de Powerfoodlijn van haar  zuster Renske? Kritisch zijn is goed, maar beïnvloeding, op deze wijze, van 6,5 miljoen jonge, over het algemeen niet zo kritische, volgers leek niet zo verstandig. Een wetenschappelijk debat is inderdaad heel goed voor de ontwikkeling van de wetenschap. Maar dan wel binnen de muren van die wetenschap. Met gesprekspartners die het spel kennen. En naar buiten komen, pas als er consensus is. Ook internationaal. Breng niet het grote publiek in verwarring, dat de logica en het nut van tegengestelde meningen niet kan volgen. Om te voorkomen dat het grote publiek zegt “die experts? ze kunnen me wat”.

Zo was het een jaar geleden en zo is het nog steeds. De tijd lijkt stil te staan.

Edwin Kisman