Mijn ideale (non-fictie) boek

Boeken kopen is leuk. Dikke boeken kopen ook. Alleen het lezen! Dat wil nog wel eens tegenvallen. Het verhaal van een goede, dikke roman houdt je vast, trekt je voort, van begin tot eind. Maar non-fictie? Dat kost soms moeite. Wat is mijn ideale boek?

Dikke boeken
Oké, ze staan goed in je boekenkast. Ogen imposant. Ik noem er een paar: In Europa (Mak), Gödel, Escher, Bach (Hofstadter), Steve Jobs, biografie (Isaacson), Capital in the Twenty-First Century (Piketty), Revolusi (Van Reybrouck), Westerling’s Oorlog (de Moor) en Soekarno (Giebels). Tussen de 1200 en 600 pagina’s. Zoals gezegd, ze tonen!

Lezen in stroop
Maar het lezen? Al vanaf het begin, loop je  tegen een helling op die steeds steiler wordt. Papiertje ertussen, waar je gebleven bent. Je mag trouwens ook, na het lezen van de inhoudsopgave, naar het hoofdstuk springen dat je interesseert, maar dan verlies je soms het verband uit het oog.

Hoe sneller?
‘n Andere aanpak proberen, ‘speed reading’. Of ‘photo reading’ ooit eens geleerd van de onlangs overleden Inga Teekens. Flaptekst lezen, inhoudsopgave doornemen, voorwoord en dan snel bladeren door het hele boek, per spread van twee pagina’s. Af en toe wat oppikkend, een indruk krijgen van de inhoud, het onderwerp, de “boodschap”.

Niet meer vergeten
Klaar voor een nieuwe ronde, wat rustiger, maar toch met grote stappen. Gebieden selecteren die me interesseren. In de derde ronde er induiken. En, als ik de tijd ervoor kan nemen, een mindmap ervan maken. Dan vergeet ik dit boek in ieder geval nooit meer.

Nog sneller
Ik geloof best dat het sneller kan dan waartoe ik in staat ben, maar ik heb nooit begrepen hoe John Kennedy in één oogopslag twee naastliggende pagina’s kon lezen en de inhoud ervan in zich kon opnemen. Begrijp ook niet hoe Warren Buffet dat doet, per dag 500 pagina’s lezen.

De oorzaak: informatiedruk
’t Voorgaande heeft te maken met het fenomeen “Information Anxiety”, dat Saul Wurman noemt in zijn gelijknamige boek. Hij beschreef de informatie ‘tsunamie’ die ons aan het verzwelgen was en die daarna nog exponentieel in kracht toegenomen is. Hij illustreert dat in zijn boek met de opmerking (1989) “A weekday edition of The New York Times contains more information than the average person was likely to come across in a lifetime in seventeenth-century England”.

Hoe dan?
Hij biedt diverse handreikingen aan de lezers van zijn boek om zo goed mogelijk kennis te nemen van de inhoud. Het boek bevat een inhoudsopgave van 21 pagina’s. Hierin is elk (sub)hoofdstuk voorzien van een samenvattende toelichting. Je kan overal in het boek beginnen, verder lezen of terug lezen. Optimale toegankelijkheid.

Mijn ideale nonfictie boek.
Nu kan niet ieder boek ingericht worden zoals dat van Wurman, maar er is een tussenoplossing. Het belangrijkste onderdeel van mijn ideale nonfictie boek zou een samenvatting moeten zijn van zo’n 5 % van de totale omvang. Vergelijk het met een ‘executive summary’ van een rapport dat in twee pagina’s de essentie van het rapport samenvat. Wil je de onderbouwing lezen dan vindt je die in het rapport.

Verkorte versie
Die samenvatting zou ook apart verkrijgbaar moeten zijn. Daar zijn al voorbeelden van, zoals ‘De kleine Piketty’ en ‘De Kleine Marx’. In plaats te beginnen met de ‘complete and unabridged version’, neem je een aanloop via de samengevatte versie. Bijvoorbeeld 60 pagina’s “In Europa” van Geert Mak (1223 pagina’s).

Abstract diensten
Daarnaast heb je uitgevers die zich op nog kortere versies van originele boeken hebben geworpen zoals Blinkist en GetAbstract. Het is een snelle manier om op de hoogte te raken van het gedachtengoed van een auteur. Smaakmakers die je kunnen verleiden tot het aanschaffen en diepgaand lezen van het (dikke) boek. Moderne hulpmiddelen die je ook kunnen helpen bij het exploreren van een onderwerp zijn natuurlijk podcasts en YouTube.

Scroll book
Een nieuw initiatief, dat er met name op gericht is jongeren tot lezen te brengen, is Scrollbook. Paul Stam schreef er over in de Volkskrant van 25 maart: “ Ons leesgedrag verandert in een razend tempo: alles moet tegenwoordig kort en bondig zijn. Scannen en wegswipen. Onderzoek toont aan dat elke generatie minder boeken leest dan de voorgaande. Tieners zijn tussen 2013 en 2018 bijna 40 procent minder gaan lezen”. En de bedenker Joop Akerboom lichtte toe: “Met interactie en animaties wordt een klein commitment gecreëerd, van vijf à tien minuten, in een filmische stijl. Daarna ben je meer geneigd om een ‘groter commitment’ aan te gaan en verder te lezen“.

Een goed initiatief voor de ontlezende  generatie.
Zo erg is het met mij ook weer niet.

Edwin Kisman

Links naar gerelateerde columns

Boeken lezen! Om wijzer en succesvoller te worden. Maar hoe als je weinig tijd hebt?
22 aug 2017

Piketty en Marx voor dummies (update)
4 okt 2017

Boeken fileren kan ook nog
28 okt 2016

Genoeg van het nieuws
17 mrt 2017

Minimum Information Units zijn genoeg. Artikelen kunnen korter.
10 oktober 2019

Postcorona: wordt thuis werken het nieuwe normaal?

Als de situatie weer normaal wordt, postcorona, waar gaan we dan werken? ‘Oldskool’ op kantoor of ‘Newskool’, thuis of op andere lokaties? Dat hangt er van af om wie het gaat. Wie de keuzevrijheid heeft, wie niet. Wie wil, wie niet.

Postcorona?
Wanneer zal dat overigens zijn, postcorona: 28 april, 19 mei, 19 juni, 19 juli? Je weet het maar nooit met dit ‘roller coaster’ beleid, met minkukels aan de knoppen, de neurotische risico-inschatting van ‘His Masters Voice’ (RIVM), het falend logistiek management (had het leger ingezet), het ontbrekend gevoel voor urgentie (‘First Things First’) en het ontnemen van eigen verantwoordelijkheid (GGD Noord Limburg, Burgemeesters grote steden). Enfin, we zien wel wanneer het gestrande schip weer vlot getrokken wordt.

Het thuiscohort
Als het eenmaal zover is komt de vraag: blijven we thuis werken of niet? En wie hebben die luxe van een keuze?
De kantoorwerkers: administrateurs, schrijvers, ontwerpers, boekhouders, planners, denkers, tekenaars, cartoonisten, uitgevers, bladenmakers, CEO’s, managers en zo nog wat.

Voor wie het blijft zoals het was?
En wie kunnen niet kiezen?
De handwerkers: lopendeband werkers, chauffeurs, thuisbezorgers, havenarbeiders, stratenmakers, koks, obers, bartenders, zorgpersoneel, schoonmakers, boeren, tuinders, vissers, aannemers, timmerlieden, metselaars, electriciens en ‘last but not least’ de (ongewild) werklozen.

Het nieuwe normaal
De verwachting is dat een deel van het thuiscohort blijft hangen in de corona modus, wat zij beschouwen als het nieuwe normaal. Thuiswerken, in ieder geval buiten kantoor, heeft immers veel voordelen. Het scheelt veel overlegtijd, reistijd en -kosten. Vergaderingen zijn korter. Het nadeel van minder sociaal contact verdriet vooral de extraverten.

Productiviteit
Van de zijde van werkgevers zijn er bedenkingen tegen het thuiswerken. Een ‘systeem 1’ weerstand. De productiviteit van thuiswerkers zou lager liggen. En, voor sommige managers, geldt “We hebben geen controle over ze”. Duidelijk een kwestie van vertrouwen en daarmee samenhangend de verantwoordelijkheid die een werknemer wel of niet heeft gekregen. Dat hangt af van de bedrijfscultuur.

Hogere productiviteit
Die productiviteit is niet persé lager. Japke Bouma schrijft in de NRC van 23 maart 2021 over een grootschalige enquête: “…waarvan de resultaten vorige week bekend werden, om precies te zijn. Uitgevoerd in de periode april-december 2020, onder ruim veertigduizend kantoorwerkers van onder meer de rijksoverheid, door het Center for People and Buildings, de TU Delft en de TU Eindhoven. Daaruit blijkt dat een meerderheid (55 procent) van de thuiswerkers de eigen productiviteit met een vol punt meer waardeert (een 7,7) dan in de periode vóór corona. 70 procent van de thuiswerkers vindt bovendien dat ze zich thuis een stuk beter kunnen concentreren dan op kantoor. Slechts een derde meldde dat het gezamenlijke werk met collega’s lijdt onder thuiswerken. Met andere woorden: het werkt een stuk lekkerder met je manager op afstand”.

Of toch lager?
Een commentaar van de FIPP (International Federation of Periodical Publishers) op de gewijzigde werkomstandigheden, tevens een pleidooi voor een hybride situatie stelt het volgende.
“The first is the shift away from Monday to Friday, 40-hour working weeks towards a flexible office model, with employees working from home 100 per cent of the time in many cases. While this change has many upsides, productivity of home workers is down 40 per cent, and publishers shouldn’t rush to do away with their offices altogether. “The office won’t disappear,” said Señor. “Some journalism just cannot be done from home. Meeting sources, going to events, door-stepping politicians: this is what creates journalism worth paying for.” A hybrid model therefore seems the most likely and desirable arrangement for the future”.

Hybride situatie
Wat zijn de gevolgen voor kantoren? Ook in de hybride praktijk kunnen veel kantoren verkleind of zelfs ontmanteld worden. Er kan een andere bestemming aan worden gegeven: woningen, ‘workspaces’ (neutrale compartimenten in gebouwen) voor zzp’ers en voor in de buurt wonende werknemers.

Wie wil thuis werken?
Veel hangt af van de thuissituatie voor wie wil thuiswerken. Een kleine ruimte, op driehoog achter, drie spetterende kinderen die niet naar school mogen en les moeten hebben? Een slechte relatie? Liever om acht uur ’s ochtends al het huis uit?
Zijn de omstandigheden echter wel goed en heb je bijvoorbeeld een goed ingericht tuinhuisje (Roald Dahl) met supersnel internet, dan is het duidelijk: thuiswerken is favoriet. Dat geldt vooral voor de introverten. Eén dag naar kantoor is ruim voldoende om bij de koffiemachine met je collega’s bij te praten. Voor extraverten ligt die verhouding net andersom.

Andere optie: digitale nomaden
Een andere optie is het zwervend werken, gefaciliteerd door het wereldwijde digitale netwerk (www). Het heeft niet het voordeel van lagere kosten, maar wordt gecompenseerd door een hoge mate van welbevinden (‘well being’).Dankzij de zelfgekozen, stimulerende en creatieve omgeving. Een cocon waarin een ultieme concentratie bereikbaar is. Goed voor denkers, schrijvers, tekenaars, mindmappers. Werken, zwervend langs tropische oorden of in een camper, gewoon in Nederland. Wow.

Creatieve werkplekken
In zijn boek “Dagelijkse Rituelen” beschrijft Mason Curry  de gewoontes en werkplekken van een groot aantal schrijvers. Zoals:
Agatha Christie
“Het enige wat ik nodig had was een stevige tafel en een typemachine. Een wastafel met een marmeren blad in de slaapkamer was een goede plek om te schrijven; de eettafel als er niet gegeten werd, was ook geschikt.
Graham Greene
Om de afleiding thuis te ontvluchten, huurde Greene een privéwerkkamer op een geheim adres en met een telefoonnummer dat alleen zijn vrouw kende.
Martin Amis
Amis reed met zijn auto naar een eigen kantoor op zo’n anderhalve kilometer van zijn Londense appartement
Maya Angelou
“Ik heb een hotelkamer waar ik schrijf – een kleine spartaanse kamer met alleen een bed, en soms, als ik geluk heb, met een fonteintje “.

Aleen het klotsen van de golfjes

Per saldo: thuiswerken of niet?
Ongetwijfeld wordt het nieuwe normaal voor ‘kantoorwerkers’ anders. De situatie zal nog even schommelen, maar zich op een gegeven moment stabiliseren. Het zal een hybride situatie worden: 30-40% op kantoor, de rest van de werktijd elders, thuis of in een ‘workspace’ ergens anders.
Vergeet echter niet de ‘vleugellamme’ managers die met een wanhopige charme-manipulatie, Mary Howitt citerend, zullen proberen hun ondergeschikten ‘binnen boord’ te houden en hen zullen mailen ‘Will you walk into my parlour?’, zoals de spin riep tegen de vlieg.

Uiteindelijk zal het een ‘macro-meso-micro’ afweging worden van de vóór- en nadelen.

Edwin Kisman

Kijk op YouTube

“The Spider and the Fly” by Mary Howitt (read by Tom O’Bedlam)

Thuiswerken in het pre-internet tijdperk 1986 Koot en Bie  

Lees ook gerelateerde columns

Huisarrest: buffelen of lummelen. Hard werken of niksen?
22 apr 2020

Hoe de senangity daalt tijdens de ‘lockdown’
29 april 2020

De werkplek, een veilige en inspirerende cocon
28 sep 2017

Alleen zijn, ten uitvoer gebracht
8 dec 2017

Mobiel werken: de moderne nomade
13 apr 2015

Mobiel schrijven in Indonesië
13 dec 2017

Waarom gaat er zoveel mis bij de overheid en gaat ‘t in het bedrijfsleven meestal goed?

Er gaat nogal eens wat mis bij de overheid. Niet alleen de laatste tijd. Bij het bedrijfsleven gaat het ook niet altijd goed, maar meestal wel. Hoe zou dat toch komen?

Missers van de overheid
De toeslagenaffaire belastingdienst, aardbevingsschade Groningen, UWV, CBR, uitvoering van infrastructurele werken (overschrijding planning en budget), briefstemmen (vooraf getest? Hoezo, wat is dat?), Coronamaatregelen (zwabberbeleid door polderen) en vaccineren (zwabberbeleid door polderen), vergoedingen Ridderhof-drama Alphen. Lees de blog “De Falende Overheid II” van Eric Ravestijn .

Meer lezen

Falende overheid

’t Was de bedoeling dat hieronder een compleet overzicht zou staan met wat er fout gaat bij de overheid. ’t Overzicht is helaas niet ‘compleet’ te maken, omdat er nog dagelijks nieuwe ‘affaires’ bijkomen—van recente datum, maar ook met een kiem in het verleden. Bovendien: wanneer is iets fout gegaan? Is dat als onomstotelijk vaststaat—met cijfers onderbouwd—dat ’t fout gegaan is, of ook al als ’t vermoeden bestaat dat ’t fout zal eindigen?

Vaccinatie tegen Corona

Een voorbeeld van de laatste categorie vormen de maatregelen tegen de Corona-pandemie, en meer in ’t bijzonder de planning en uitvoering van ’t vaccinatieprogramma. Op papier—en gepresenteerd door de minister—moet eind juni iedereen gevaccineerd zijn. ’t Ziet er nu naar uit dat die datum niet gehaald gaat worden. 

Algoritmes

Het gebruik van algoritmes behoort misschien ook tot deze categorie fouten. Alhoewel ’t besef steeds verder doordringt dat in ’t verleden teveel vertrouwd is op dit ‘wondermiddel’ (zie ’t toeslagenschandaal), is ’t nog niet eenvoudig met ’t gebruik ervan te stoppen. Etnisch profileren zit in veel algoritmes ingebakken; vooral als de algoritmes door leden van de grootste etnische groep in een samenleving geschreven zijn—in Nederland zijn dat witte mensen.

Papieren tijgers

In de voorbeelden hieronder valt op dat ’t niet ontbreekt aan ‘controleurs’, maar dat dat in veel gevallen vooral ‘papieren tijgers’ zijn. Het barst in dit mooie land van ‘autoriteiten’, maar voorzitter Aleid Wolfsen van de Autoriteit Persoonsgegevens merkt ‘op camera’ op dat zijn dienst eigenlijk de telefoon moet opnemen met: “Er zijn nog tienduizend wachtenden voor u.” De organisatie is, tot groot verdriet van Wolfsen, volkomen onderbezet; (willens en wetens?) een papieren tijger.

Het meest schrijnende voorbeeld is waarschijnlijk onze Tweede Kamer die de ‘volksvertegenwoordiging’ heet te zijn. Ik krijg de indruk dat de dames en heren eerder hun politieke partij ‘uit de wind houden’, dan ’t volk te vertegenwoordigen. Met Renske Leijten en Pieter Omtzigt als uitzonderingen die de regel bevestigen?

Schrijnende zaken

De gaswinning door de NAM heeft Nederland veel voordelen gebracht, maar de Groningers ook veel ellende. Al in 1963 (!) werd voor de negatieve effecten van ’t onttrekken van gas aan de Groningse bodem gewaarschuwd. Ook in de jaren tachtig waren zulke waarschuwingen te horen. In die vroege jaren was ’t voor ‘instanties’, zoals de NAM, nog eenvoudig om die geluiden en de vertolkers daarvan te negeren. Inmiddels weten we dat de klokkenluiders van toen niet ‘zwak begaafd’ waren, zoals ’t volk toen werd voorgehouden.

Geen geld

Dan zijn er nog de affaires/schandalen waarin ’t falen van de overheid is vastgesteld. Nogmaals het toeslagenschandaal dat ’t leven ca. 30 000 mensen verwoestte. Staatssecretaris Van Huffelen heeft beloofd dat voor de zomer alle getroffen ouders gecompenseerd zullen zijn. Dat valt nog te bezien, alhoewel haar voor dit moment ’t voordeel van de twijfel gegund moet worden. ‘Gecompenseerd’ wil zeggen dat de getroffenen een eerste tegemoetkoming van 30 000 euro ontvangen zullen hebben. Veel gedupeerden zullen echter recht blijken te hebben op meer dan deze eerste tegemoetkoming. Ik ben bang dat zij nog heel veel geduld zullen moeten hebben.

Vergelijkbaar daarmee is de al eerder genoemde compensatie voor de beschadiging van huizen in ’t Groningse gaswinningsgebied. De eigenaren hebben gelijk gekregen, maar wachten nog steeds op geld, om hun huizen te herstellen. Er is geen enkel zicht op wanneer de compensatiegelden op de rekeningen van de gedupeerden zullen staan.

En wat te denken van de gedupeerden van ’t Ridderhof-drama uit 2011 in Alphen aan den Rijn. Dader Tristan van der Vlis doodt zes willekeurige bezoekers van ’t winkelcentrum en verwondt er zestien. Daarna schiet hij zichzelf dood. Van der Vlis had ten onrechte een wapenverlof, zo blijkt, verstrekt door de politie. Op 20 september 2019—ruim acht jaar na ‘t drama—beslist de Hoge Raad dat de politie aansprakelijk is voor ‘t schietdrama. De politie moet schade vergoeden aan gedupeerden, nabestaanden, winkeliers en ooggetuigen. Winkeliers raakten in financiële problemen door de gevolgen van de schietpartij, en sommigen gingen zelfs failliet. Na het voorgaande zal het niet verbazen dat zij nog steeds wachten op de eerste euro.

Het patroon is hetzelfde: de overheid wordt veroordeeld door de rechter tot betaling van de veroorzaakte schade, maar doet vervolgens niets!

Ander leed

Hiervoor heb ik ’t nog niet gehad over de planning-en budgetoverschrijdingen van grote infrastructurele projecten. Projecten van ’t type ’Noord-Zuid-lijn’ in Amsterdam. De modus operandi is (onwaarschijnlijk) laag offreren, en na afloop de storm van kritiek trotseren. Soms, maar lang niet altijd, moet er een offer gebracht worden; ‘so what’.