De Amsterdamse afdeling van de Partij voor de Dieren (PvdD) heeft een concept Algemene Plaatselijke Verordening (APV) opgesteld voor de introductie van een Ja|Ja-sticker ter vervanging van de Nee|Nee- en Nee|Ja-sticker. De bedoeling van de PvdD is dat bewoners met de nieuwe sticker expliciet aangeven brievenbusreclame te willen ontvangen. Brievenbusreclame is volgens de PvdD verspilling van grondstoffen, levert (zwerf)afval op en zou ook een negatieve klimaatimpact tot gevolg hebben. Met de introductie van een Ja|Ja-sticker wil de PvdD het gebruik van digitale hulpmiddelen om reclamefolders te lezen stimuleren. Dat zou wel goed zijn voor het milieu. Met de Ja|Ja-sticker wordt een opt in-systeem voor fysieke post geïntroduceerd, dat verder gaat dan reclamedrukwerk alleen. Ook huis-aan-huis kranten vallen eronder. Een gevaarlijke ontwikkeling voor uitgevers, de pers, vrijheid van meningsuiting en uitoefening van democratische rechten. Burgers dreigen verstoken te blijven van belangrijke informatie van bijvoorbeeld de gemeente.
Duurzaam papier betekent meer bos
De primaire insteek van de PvdD is het milieu. En hier laat zij zien dat het haar aan kennis ontbreekt; dat de concept APV ondoordacht is. Papier is een natuurproduct, een bio based communicatiemiddel. Het wordt duurzaam geproduceerd—voor een belangrijk deel door de papierindustrie—met een hernieuwbare grondstof: hout en/of oud papier. Voor iedere voor de papierproductie gebruikte boom wordt minstens één nieuwe boom geplant; vaak meer. Dat verklaart de Europese bosgroei sinds 1950 (+30 procent!). Duurzaam papier betekent meer bos. Bomen leveren een positieve bijdrage aan de reductie van het CO2-probleem. Daarnaast vormen ongeadresseerd reclamedrukwerk en huis-aan-huisbladen voedsel voor nieuwe folders, kranten en verpakkingen. 85 procent van het op de Nederlandse markt gebrachte papier en karton wordt hergebruikt in Nederland. Ruim 80 procent van het in Nederland gemaakte papier en karton bestaat uit oudpapier. Met de inzameling van oudpapier genereren gemeenten ook nog eens veel inkomsten.
Reclamefolder is de motor van de economie
De maatschappelijke en economische waarde van papieren drukwerk heeft ook nog een andere kant. De reclamefolder is de motor van de economie. Nationaal Onderzoek Multimedia wijst uit dat 96 procent van de bevolking wel eens een folder leest, 78 procent de folders gebruikt om op de hoogte te blijven van aanbiedingen en dat bij 80 procent de folder tot actie leidt. De detailhandel—die eveneens voor inkomsten voor gemeenten zorgt—is voor een belangrijk deel afhankelijk van de folder. De folder zorgt voor inspiratie, inkomsten en traffic, naar de winkels. Online folderplatforms voorzien deels in een behoefte maar bieden vooralsnog niet de (attentie)waarde, effectiviteit en het bereik van de papieren folder. Huis-aan-huis bladen vervullen een belangrijke rol op het gebied van lokale informatievoorziening. Zij wijzen burgers op events en bijvoorbeeld vergunningaanvragen in de buurt. Door de informatie in deze huis-aan-huis kranten kunnen burgers hun democratische rechten uitoefenen.
Verspilling tegen gaan is in het belang van de keten
Verspilling is niet goed en zeker niet duurzaam. Worden ongeadresseerd reclamedrukwerk en huis-aan-huisbladen niet gelezen of gezien, dan betekent dat het onnodig maken van kosten en het gebruiken van grondstoffen. De bij de folder(verspreiding) en huis-aan-huisbladen betrokken partijen hebben niet alleen belang bij het voorkomen van verspilling, zij ondernemen er ook actie tegen. Lopende initiatieven bewijzen dagelijks hun waarde. Neem de Nee|Nee- en Nee|Ja-stickers. In de Tweede Kamer (tijdens het Overleg Afval en Grondstoffen) is onlangs een motie van de PvdD aangenomen waarin wordt opgeroepen dat de gemeentes meer werk moeten maken van de bekendheid en verspreiding van de Nee|Nee-sticker. Prima. Maar de sticker werkt ook zonder de PvdD-interventie. In Amsterdam ligt het percentage van huishoudens met zo’n sticker op circa 45 procent. Zelfregulering werkt. De burger weet waar de sticker moet worden aangevraagd en doet dat ook wanneer hij geen prijs stelt op reclamedrukwerk. Wat is het probleem? 55 procent van de inwoners van de hoofdstad wil dus blijkbaar wel een folder en/of huis-aan-huis krant ontvangen om op de hoogte te blijven van aanbiedingen en lokaal nieuws. In de rest van Nederland ligt het percentage stickers lager. Minder folders betekent minder papier en grafische toevoeging. Dat heeft een positieve invloed op de klimaatimpact. De voortschrijdende techniek maakt het naast de stickers mogelijk dat verspreiders van folders steeds gerichter binnen geselecteerde doelgroepen kunnen distribueren. Dat reduceert het papiergebruik eveneens. De PvdD wil in Amsterdam nog een stapje verder gaan. Met een APV moeten folders en huis-aan-huisbladen verboden worden, tenzij de burger met een Ja|Ja-sticker toestemming geeft voor de verspreiding. Dat betekent een opt in-systeem voor fysieke post. We moeten de folders digitaal gaan bekijken van de PvdD. Als genoemde printproducten verdwijnen en worden vervangen door digitale middelen zou dat een gunstige klimaatimpact hebben volgens de PvdD. Voor het gemak stapt zij over de enorme footprint van digitalisering heen. De explosieve groei van dataverkeer en -opslag zorgen juist voor veel (extra) CO2-uitstoot. Paul Luttikhuis schreef daar eerder deze week een interessant artikel over in het NRC. Op papierenkarton.nl zijn diverse wetenschappelijke studies te vinden en downloaden die de footprint van digitale communicatie blootleggen.
Schadelijke symboolpolitiek
Het aanpakken van de folder en huis-aan-huiskrant door middel van een APV lijkt symboolpolitiek op basis van gebrekkige kennis en zonder enig prioriteitsbesef. Maar wel met vergaande gevolgen voor printmedia. Want wat is de volgende stap in het verbieden van producten op basis van onterechte milieuclaims? Gratis kranten op stations verbieden? Schoolboeken? Halverwege oktober wordt het voorstel van de PvdD behandeld in de gemeenteraad van Amsterdam. Het is te hopen dat de andere partijen dit ondoordachte en onjuiste voorstel wegstemmen. Verspilling en vervuiling aanpakken is een goede zaak, maar doe dat op plekken waar het verschil werkelijk wordt gemaakt en op grond van juiste informatie en eerlijke overwegingen.
Erik Timmermans
directeur Informatiecentrum Papier en Karton
Ja|ja…..
we kunnen er kort over zijn als we de statistieken en beweringen in het artikel van Erik Timmermans voor zoete koek slikken: hoe meer rommel in je bus, deste beter voor het bos. En het milieu. En de economie. En de vrijheid van meningsuiting en de uitoefening van democratische rechten! Dat begrijpt de PvdD allemaal niet. Ik ook niet overigens, althans, niet alles.
Ik begrijp natuurlijk wel dat als je geen bomen kapt, het bos minder snel groter wordt dan wanneer je wel bomen kapt.
Maar ik breek mij al dagen het hoofd, niet zozeer over die vrijheid van meningsuiting, maar wel over de uitoefening van democratische rechten. De vragen waar ik mee zit zijn de volgende: Gaat het om het recht van bijvoorbeeld de winkelier en de gemeente, om mijn brievenbus vol te stoppen met leesmateriaal waar ik niet om gevraagd heb? Of heb ik een (democratisch?) recht om geïnformeerd te worden over zaken waar ik geen belangstelling voor heb?
De logica, die ontgaat mij een beetje in dit verhaal.
Beste Onno,
Voorop gesteld, vanuit milieuperspectief is het beste natuurlijk geen krant of folder, zowel van papier als digitaal. Maar blijkbaar is er een reden een doel om ze wel te maken en verspreiden. Wil je geen rommel in je bus, dan vraag je een sticker aan. Dan voorkom je verspilling van grondstoffen.
Het voorstel van de PvdD betreft twee mediatypen: folders en huis-aan-huis kranten. Je gaat op beide in (‘rommel’ en democratische rechten). Allereerst de folder. Regelgeving moet urgentie hebben. Wat is het probleem als bijna de helft van de Amsterdammers met een sticker aangeeft geen folder te willen hebben? Die sticker werkt en is aan te vragen of bij het gemeentehuis op te halen. Wil je wel op de hoogte blijven van aanbiedingen of inspiratie krijgen uit de folder dan plak je geen sticker. Dat doet 55% van de huishoudens in de hoofdstad. Waarom stelt de PvdD niet voor om de gemeente de sticker actiever te laten promoten in plaats van verregaande bemoeizucht juridisch vast te willen leggen? Overigens is dit al gebeurd op landelijk niveau…na een motie van de PvdD.
De Ja|Ja sticker betreft ook huis-aan-huis bladen. Als je die leest zal je bemerken hoeveel belangrijke informatie daar in staat van de gemeenten. Inspraakavonden, vergunningaanvragen etc. Ze worden geplaatst en aangekondigd in de huis-aan-huis kranten die veel worden gelezen. Veel mensen zullen niet wekelijks actief zijn op websites van gemeenten. Door genoemde kranten worden burgers gewezen op belangrijke informatie. Daardoor kunnen zij reageren en hun (democratische) rechten uitoefenen. Hier schiet het PvdD voorstel zijn doel voorbij.
Dan de milieuclaims. De PvdD wil ons aan de digitale folder brengen. Patrick Moore van Greenpeace roept op om meer houtproducten te gebruiken. Dat geeft namelijk een signaal aan de markt dat er bomen moeten worden geplant. Hout is een grondstof die hernieuwbaar is. Papier heeft hout als basis en is het enige biobased communicatiemiddel. Als er een industrie is waar de gedachtegang van Moore voor opgaat is dat de papierindustrie. De grootste papier producerende landen ter wereld zijn Finland en Zweden. Waar geldt al meer dan 100 jaar de grootste bosdichtheid ter wereld? In Zweden en Finland. Hoe is dat nu mogelijk? Duurzaam bosbeheer is het antwoord. In Nederland hebben we geen houtindustrie, maar in landen waar dat wel zo is, wordt hout ‘geoogst’, net als graan bij ons. Na gebruik wordt een nieuwe boom gepland en vaak meer dan één. Kijken we naar Europa dan is het bosoppervlak zeer sterk gegroeid. Met name in Portugal en Frankrijk. Productiebossen van de papierindustrie zijn daar een belangrijke oorzaak van. Feiten zijn soms zoete koek. Die bomen zijn overigens zeer hard nodig om onze almaar groeiende CO2-uitstoot enigszins te neutraliseren. Als voorbeeld: voor een intercontinentale retourvlucht mag 1 passagier voor zijn ene stoel 90 bomen planten om zijn CO2 te neutraliseren. Reken dat maar eens jaarlijks door op mondiaal niveau met alle vliegbewegingen. Bedenk dan dat de ICT de luchtvaart ruimschoots voorbij is geschoten in CO2-uitstoot. Elke activiteit op internet, hoe klein deze ook is, kost energie. Het dataverkeer groeit in ongekend tempo. De `cloud` slurpt grote hoeveelheden energie. Heb je daarvoor groene energie gebruikt? In Nederland bestaat die voor een groot deel uit bomen die de oven in gaan. Wat kost inmiddels meer bomen? Mail of post? Ook in dat opzicht is het PvdD-voorstel ronduit discutabel. Het gaat voorbij aan feiten en scoort met een beroep op onderbuik gevoelens. Welke duurzaamheid wordt nagestreefd? Laat het eens zien.
Wat dan wel? Stimuleer verduurzaming en recycling bij burger en bedrijf. Wijs burgers op gedrag. Niet alleen op de folder, maar ook email- en/of webgedrag. Vijf minuten een pagina van een zware website open laten staan heeft net zo’n impact als een folder. Alleen is de bron niet duurzaam beheerd (het gros van de folders is van 100% gerecycled papier) en wordt er niet gerecycled. Promoot de sticker en voorkom verspilling. Maar laat de burger zelf een afweging maken. Betrek hem. Dat geldt ook bij de keuze voor papier. Kies je als burger en bedrijf voor duurzaam papier ( bijvoorbeeld FSC/PEFC) dan draag je bij aan het behoud en ja, zelfs groei van het bos. Voor de duidelijkheid: tropisch hout is niet geschikt voor het maken van papier. 90 % van de mondiale ontbossing (vooral tropische bossen) heeft niet duurzame landbouw (bv. productie palmolie) als oorzaak. De PvdD kan zich beter op zaken richten waar zij aantoonbaar het verschil kan maken. Met haar voorstel wekt ze alleen maar de indruk dat we met een klein beetje actie een heleboel bereiken en groen bezig zijn. Met de huidige stand van het milieu is wat beters nodig.