Begin oktober werd bekend dat het Advocatenblad met ingang van 1 januari 2016 verhuist van Sdu Uitgevers (verder: ‘Sdu’) naar Boom Juridische uitgevers (verder: ‘Boom’).
Het bericht roept bij mij een aantal vragen op, waarvan de ‘waarom-vraag’ het hardst om de voorrang vecht. Wat ik mij verder afvraag is hoe zo’n verhuizing tot stand komt: wie nam het initiatief; werd er een ‘pitch’ uitgeschreven, en stond die open voor alle uitgeverijen of voor een select gezelschap. Dan nog onwetend van wat ik verderop in dit verhaal vertel, begin ik met een e-mail aan Sdu om te vragen aan wie ik mijn vragen het best kan voorleggen. Een soortgelijke e-mail gaat naar de Nederlandse Orde van Advocaten, de NOvA.
Tenslotte komt er een e-mail van een ‘oude bekende’—altijd leuk!—bij Boom, de enige partij die ik niet gemaild heb. De NOvA heeft hem gevraagd te reageren op mijn e-mail met vragen. Na wat heen en weer mailen komt het voorstel de verantwoordelijke uitgever en de directie van Boom te interviewen vlak voordat in januari het eerste nummer van het Advocatenblad bij Boom zal verschijnen. Ik ben blij met het voorstel, maar vraag mij wel af of ik in dat interview de antwoorden zal krijgen op mijn vragen. Natuurlijk kan ik alle vragen stellen die ik wil, maar ik bedenk me dat Boom sommige vragen waarschijnlijk niet kàn beantwoorden. Er wordt een afspraak gemaakt voor het interview en ik laat de zaak voorlopig rusten; ‘you can’t always get what you want’, nietwaar.
The shit hits the fan
Altijd speurend naar nieuws over vakuitgeverijen stuit ik op de website van het Advocatenblad op een (web)paginagroot artikel—bijna 1.200 woorden—van de redactie van het Advocatenblad. Dan wordt veel duidelijk:
- er is inderdaad een pitch uitgeschreven, overigens zonder daarin de advocaten-redacteuren (verder: ‘de redactie’) van het Advocatenblad te kennen;
- de zeggenschap over de redactionele inhoud verschuift van de redactie naar de Algemene Raad—het bestuur—van de NOvA;
- beide voorgaande punten zijn strijdig met het redactiestatuut van het Advocatenblad;
- Boom zegt niet bekend te zijn met het redactiestatuut van het Advocatenblad;
- de Algemene Raad heeft geweigerd te bevestigen dat zij het redactiestatuut zal respecteren.
Ik realiseer me dat er in de achtergrond waarschijnlijk nog veel meer speelt dan dat zich als pixels op een beeldscherm manifesteert. Ik probeer daarom niet te oordelen, maar verbaas mij wel in hoge mate over hoe eenvoudig de hoofdrolspelers de controle verliezen, op drift raken, met alle gevolgen van dien:
- bijvoorbeeld de toekomstig landelijk deken; de functie van voorzitter van het bestuur van de NOvA is niet voor iedereen weggelegd, zou je denken. Hij is nu nog portefeuillehouder communicatie van de Algemene Raad, en als zodanig lid van de redactieraad. Hij laadt met het voorgaande toch op zijn minst de verdenking op zich weinig kaas gegeten te hebben van communiceren, en misschien moeten er ook vraagtekens gezet worden bij de kwaliteit van zijn verenigings-politieke antennes;
- en hoe onhandig is het om ‘de strijd’ aan te gaan terwijl belangrijke communicatiemiddelen—zoals de website van het Advocatenblad—niet ‘veilig gesteld’ zijn;
- en tenslotte Boom: hoe onterecht misschien ook, de strijd om de zeggenschap over het Advocatenblad gaat ook het blazoen van deze gerespecteerde uitgeverij besmeuren. Als—áls—het omver werpen van een redactiestatuut een doodzonde is voor een uitgever, zou Boom zich dan niet moeten terugtrekken uit deze pitch? Wijsheid en de (economische) realiteit zijn echter zelden synoniem.
’t Is natuurlijk niet te hopen dat het gerenommeerde en prestigieuze Advocatenblad (in 1918 gestart bij boekhandel/uitgeverij Belinfante) vanaf 2016 verder moet als niet onafhankelijk verenigingsorgaan van de NOvA, zoals de redactie vreest. Gelukkig wordt er tussen de partijen binnen de NOvA nog druk overleg gepleegd. Het zou mooi zijn als het lukt de geit en de kool te sparen. Mocht de NOvA toch zijn zin krijgen, dan stel ik me voor dat ze bij Sdu gereed staan om een nieuw, onafhankelijk vaktijdschrift voor advocaten te lanceren.