200 jaar betrouwbare informatie

Enkele dagen geleden wilde ik een artikel lezen op de website nrc.nl. Voordat ik daaraan kon beginnen, werd ik geconfronteerd met ongevraagde ‘eigen publiciteit’: “Juist nu is betrouwbare informatie van cruciaal belang. NRC levert die al bijna 200 jaar”, lees ik.

Opvallend, vind ik het. Zo vaak komt het niet voor dat media de eigen historie belichten; misschien wel uit goed begrepen eigenbelang. 

Natuurlijk onderschrijf ik de stelling rond ‘betrouwbare informatie’. Ik ben zelfs geneigd de daaropvolgende claim—NRC levert die al bijna 200 jaar—als ‘waar’ te bestempelen. Toch stelt, direct na het lezen van de claim, een stemmetje in mij fluisterend de vraag: “Is dat zo?”.

Op de golven van het opkomend liberalisme

Ik heb nog niet meegemaakt dat NRC onbetrouwbare informatie leverde, maar het gaat mij meer om de verbinding tussen verleden en heden die wringt. De samenleving anno 1844—het oprichtingsjaar van de Nieuwe Rotterdamsche Courant (verder: ‘NRC’)—is onvergelijkbaar met die van het heden. ‘Nepnieuws’—de tegenhanger van betrouwbare informatie—bestond in de vroege jaren van de NRC niet. ‘Roddel’ bleef beperkt tot het mondelinge circuit, zoals de andere benaming daarvoor, ‘achterklap’, treffend aangeeft, en bereikte de gedrukte kolommen van dagbladen niet. Een courant maken was in die tijd een risicovolle en kostbare onderneming; meer nog dan nu.

Toch trekt Henricus Nijgh (1815—1895) in 1843 de stoute schoenen aan, en zijn voorstel voor het uitgeven van een courant, komt bij de Rotterdamse Kamer van Koophandel terecht. De beslissing van de KvK was niet wat Nijgh ervan verwachtte: “… zoo’n krant was niet noodig, z00’n krant zou voor de menschen van den handel maar een hinderlijke dwarskijkster en betweetster zijn en het moest dus maar niet”, meldde de KvK.

Via een omweg komt de NRC, najaar 1844, toch van de grond. Tegelijkertijd wint ook het liberale gedachtengoed terrein: “Wij hebben dus hier het oogenblik op heeterdaad betrapt, waarop het ontwakende liberalisme—en liberaal te zijn was in dien tijd in de oogen der regeering geen aanbeveling en bij velen was ‘oppositie voeren’ op welke deugdelijke gronden ook, synoniem met ‘rust verstoren’—dat zich politiek ging organiseeren en de Nieuwe Rotterdamsche elkaar vonden”. Stel je voor dat anno 2020 blijkt dat de VVD (één van) de geldschieter van NRC zou zijn! Daarom haast men zich te stellen: “Maar men behoeft de hoofdartikelen van Mr. Tels maar in te zien, om te leeren, dat deze als hoofdredacteur nooit eigen vrijheid tegenover geldschieters van de krant heeft prijs gegeven. Hij diende en bleef dienen de courant en de liberale beginselen en heeft geen handlangersdiensten voor welke partij ook verricht”.

De voorgaande historische passages zijn van de hand van de journalist W.H.R. van Manen, die ze neerschreef in het Rotterdams Jaarboekje van 1944, ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de NRC. Zijn artikel ‘Toen de Nieuwe Rotterdamsche Courant werd opgericht’, is ietwat anekdotisch van aard. Niet zo vreemd natuurlijk; het is een goede gewoonte op een verjaarspartijtje, de jubilaris niet ‘tot aan de enkels toe af te branden’.

Daarvan heeft de wetenschapper K.-J. Dijkstra geen last. In zijn ‘Verborgen verhoudingen’, gepubliceerd in het jaarboek 1998 van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (DNPP) is hij glashelder: in het algemeen—dus niet alleen sprekend over de liberale politieke stroming—stelt hij dat politiek en journalistiek in de negentiende en twintigste eeuw ernstig verstrengeld raakten. Het zou, zo schrijft hij, tot de jaren zestig (van de twintigste eeuw) duren voordat de journalistiek zich zou ontworstelen uit deze relatie.

Over de door Van Manen genoemde advocaat/hoofdredacteur Tels meldt Dijkstra dat hij op zeer goede voet stond met de liberale voorman Thorbecke. Thorbecke maakte daarvan graag gebruik om de strekking van de hoofdredactionele artikelen in NRC te beïnvloeden.

Algemeen Handelsblad

Het Algemeen Handelsblad, waarmee NRC op 1 oktober 1970 fuseert, doet het helaas niet beter. Dijkstra noemt, onder vele anderen, Handelsblad hoofdredacteur Von Balluseck die er, eind veertiger jaren, ‘geen been’ in zag zijn hoofdredacteurschap te combineren met het adviseurschap van de liberaal Stikker (de eerste partijvoorzitter van de VVD), destijds minister van Buitenlandse Zaken. Von Balluseck had zelfs een eigen kamer op het ministerie! “Geheimhouding van politieke banden leek, meer dan in confessionele en socialistische kringen, gebruik bij de liberalen”, schrijft Dijkstra.

Fusiepartner Algemeen Handelsblad stamt uit 1828, en bestaat dus bijna tweehonderd jaar.

Waarom

Na het schrijven van deze ‘post’ dringt bij mij de vraag zich op waarom NRC het nodig vindt anno 2020 te verwijzen naar een, in journalistieke zin, niet geheel zuiver verleden; wanneer/waar gaat ‘gekleurde’ informatie over in onbetrouwbare informatie. Ik vind het ook van weinig historisch besef getuigen: ik schreef al dat Nederland anno 1844 in geen enkel opzicht te vergelijken is met het nu. Het lijkt me ook onnodig: ik kan mij niet voorstellen dat er iemand in het land is, die denkt dat NRC onbetrouwbare informatie verstrekt. Met de claim overspeelt NRC, naar mijn gevoel, zijn kansrijke hand en dat is jammer.

Ik raad u van harte aan de door mij gebruikte artikelen van Van Manen en Dijkstra te lezen. De links staan hieronder.

— credits/meer informatie

  • W.H.R. van Manen: ‘Toen de Nieuwe Rotterdamsche Courant werd opgericht‘
  • K.-J. Dijkstra: ‘Verborgen verhoudingen‘, relaties tussen de liberale politiek en journalistiek ten tijde van de verzuiling
  • Wikipedia > Nieuwe Rotterdamsche Courant

De Rijks-Reclame

Idee voor minister Hoekstra?

In de ‘Nieuwe Rotterdamsche Courant’ van 5 november 1924, verscheen een bericht over een ‘proefneming’ met een ‘Rijksreclame Bureau’. De oorsprong van het bericht is het socialistische dagblad ‘Het Volk’.

Wat precies de bedoeling van de proefneming met het Rijksreclame Bureau is, blijkt uit de reactie van de Vereniging Hendrick de Keyser (verder: VHdK of de vereniging), gericht aan minister J.T. de Visser van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen.

Het voornemen van de regering om nu ook de buitenkant van overheidsgebouwen beschikbaar te stellen voor het maken van reclame schiet bij VHdK ‘in het verkeerde keelgat’. De vereniging stoort zich toch al aan ‘de schreeuwendste en opzichtigste’ advertenties op, onder andere, de giro-enveloppen ‘die herkomst en adres bijna onleesbaar maken’. De VHdK gruwt van het idee van een ‘beplakt’ Rijksmuseum, of Mauritshuis. Het zou ‘aan ieder begrip van goeden smaak en schoonheid en aan het besef van welstand en juiste verhoudingen een onherstelbare slag’ toebrengen. Verder stelt de vereniging: “… terwijl tevens het grootste onrecht zou worden aangedaan aan de bedoelingen des bouwmeesters in de met zorg afgewogen verhoudingen van zijn werk”. En passant krijgt ook de moderne architectuur van een eeuw terug—nu misschien bestempeld als erfgoed— een veeg uit de pan: “En ook waar het zou gelden zeer moderne gebouwen, die op zich zelf weinig fraais hebben en reeds zooals ze daar staan een plein of een gracht of een straat niet sieren, zou het aanbrengen van reclameprenten en advertentieborden de overigens nog fraaie stadsbeelden geheel en voor goed bederven”. De reactie sluit af met een oproep: “om ter wille van misschien zelfs aanzienlijke geldelijke voordeelen voor ’s lands kas, niet het hoogste goed dat een volk bezit — zijn kunstvoortbrengselen en zijn natuurschoon en daarmede tevens zijn zedelijk gevoel voor historie — op te offeren aan ontsiering, verminking en ontwrichting”.

Tip voor minister Hoekstra

Zorgen om ‘’s lands kas’ zijn er honderd jaar later, midden in de Corona-crisis, ook; en hoe! Het voorgaande is misschien een goede tip voor minister Hoekstra. De vraag is wel, en dat maakt het huidige probleem bijna onoplosbaar, wie van de ondernemers, de beoogde adverteerders, nog de middelen heeft om deze vorm van buitenreclame te bekostigen.

Uit wat ik over minister De Visser lees, had hij het geld vooral nodig om zijn ideeën over openbaar lager onderwijs in de praktijk te kunnen brengen.

De ‘Henckel-connectie’

Het vlammend protest van de vereniging helpt niet. Het Rijks Reclamebureau komt van de grond, en heeft minimaal tot het einde van de dertiger jaren bestaan, misschien wel tot aan en voorbij de inval van nazi-Duitsland in Nederland.

“Te Driebergen is zestig jaar oud overleden de heer H.H. Henckel, een bekende persoonlijkheid in de Nederlandse reclamewereld. De laatste jaren was de heer Henckel, werkzaam als agent der Rijksreclame. Veel artikelen in vakbladen zijn van zijn hand verschenen”, aldus een overlijdensadvertentie in het Algemeen Handelsblad van 11 november 1939. Ik ga er daarbij vanuit dat ‘Rijksreclame’ synoniem is aan ‘Rijks Reclamebureau’.

In 1912—hij is dan ca. 33 jaar oud—is Henckel directeur van N.V. Uitgevers-maatschappij Algemeen Handelsbelang te Amsterdam. Dat is de uitgeverij van het uit vier vakbladen bestaande Weekblad voor den handeldrijvenden en industrieelen middenstand. Eén van de ‘veel artikelen in vakbladen’ waarover de overlijdensadvertentie rept, is een interview uit 1924 met A. Kreymborg, detaillist in damesmode.

Mijn eerste ‘ontmoeting’ met de heer Henckel vond plaats in het 75-jarig jubileumboek van uitgeverij De Tijdstroom. Daarin las ik dat  Henckel, begin 1931, toetreedt tot de directie van uitgeverij De Tijdstroom, thans onderdeel van Boom Uitgevers. Sindsdien kom ik zijn naam met enige regelmaat tegen, zoals nu ook weer in dit verhaal over de Rijks-Reclame, en krijgt hij voor mij steeds meer reliëf. Lang duurt zijn verbintenis met De Tijdstroom overigens niet: rond mei 1932 vertrekt hij alweer.

— gerelateerde posts

— credits/meer informatie

  • Koninklijke Nederlandse Academie voor Wetenschappen/Biografisch Woordenboek van Nederland > J.T. de Visser
  • Vereniging Hendrick de Keyser
  • illustratie: Edwin Kisman

2019: stilte voor de storm

Als beschouwer van wat zich rond vakuitgeverijen en -tijdschriften afspeelt, kom ik tot de conclusie dat 2019 een rustig jaar was. Het eerste kwartaal, en met name de maand januari—veel veranderingen worden aan het begin van het nieuwe jaar geeffectueerd—doet anders vermoeden. Daarna wordt het steeds stiller.
De vraag is wel wat daarvoor de achterliggende reden is. ‘Rust’, omdat alles loopt zoals gewenst, of hoor en lees ik weinig over ‘vak’ omdat er binnen de kantoren koortsachtig aan de omzet gewerkt wordt? Of is het misschien de bekende ‘stilte voor de storm’, het losbarsten van de ‘roaring twenties’, in (vak)medialand? Dan heb ik dit jaar, en de komende jaren, veel te schrijven!
In 2019 wordt er maar één nieuw vaktijdschrift geïntroduceerd; dat zegt ook al iets. Meer overnames en naamswijzigingen. Wat opvalt is dat de overnemende partijen vaak van bescheiden(er) omvang zijn, en vaak al een lange staat van dienst hebben. Hieronder een overzicht.

——NIEUW

Alea Publishers

Vakbladen.com verkoopt in juli de vaktijdschriften Bakkers in Bedrijf, EVMI (oorspronkelijke naam: Elsevier Voedingsmiddelenindustrie), IJs Magazine, More than Drinks!, Vis Magazine en Vlees+ aan de nieuwe uitgeverij Alea Publishers.

What’s in a name

Alea Publishers behoort aan de gebroeders Pepijn en Roeland Dobbelaar. Naast de bijnaam van de Griekse godin Athene, betekent ‘alea’ in het Latijn dobbelsteen; de uitgeverijnaam is daarmee zeker een trouvaille. Tegelijkertijd: zelden sloot de naam van een (adverteerdersomzet gedreven) mediahuis nauwer aan op de verzuchting van warenhuispionier John Wanamaker aan het eind van de negentiende eeuw: “De helft van mijn reclamegeld is verspild. Ik weet alleen niet welke helft”.

Sdu Uitgevers

In maart lanceert Sdu Uitgevers het vaktijdschrift WaterManagement voor professionals die betrokken zijn bij watermanagement en waterbeheer.

——OVERNAMES

Virtùmedia

Aan het begin van het jaar neemt Virtùmedia uit Zeist de tijdschriften Pf Magazine (Professionele Fotografie), Stitch & Print International en Support Magazine, over van Vakbladen.com. Als reden voor de verkoop geeft Vakbladen.com dat het ‘stand alone’ merken zijn, binnen het portfolio van de Haagse uitgeverij. Vakbladen.com kocht Pf Magazine en Stitch & Print International in januari 2016 van Eisma Business Media. Support Magazine behoorde tot het portfolio van Uitgeverij Lakerveld, toen deze uitgeverij in september 2017 werd overgenomen door Vakbladen.com.

Meer stand alone bij Vakbladen.com

Vakbladen.com heeft meer vaktijdschriften met het etiket ‘stand alone’: hoofdredacteur Willem Vreeswijk, mag om die reden verzekeringsvakblad VVP overnemen. Vakbladen.com kocht VVP in november 2016 uit de failliete boedel van Nijgh Periodieken. Houtwereld, de andere aankoop uit de boedel van Nijgh Periodieken, werd in november 2018 al verkocht.
In mei verkoopt Vakbladen.com de titels Meubel+ en Parketblad aan Sanders Media.

Prosu Media Producties

De overname van de agrarische vaktijdschriften van de Belgische uitgeverij Rekad, betekent een substantiële uitbreiding van het portfolio van Prosu Media Producties uit Dronten. Naar eigen zeggen, ontstaat daardoor de eerste Benelux-brede uitgeverij van agrarische vakinformatie. Prosu Media Producties en Rekad werkten de laatste vijftien jaar al samen.

B+B Vakmedianet

In februari neemt B+B Vakmedianet de vaktijdschriften VMT (Voedingsmiddelen, Management & Technologie) en Voeding Nu, over van Mybusinessmedia.

Elektor International Media

Het is maart als Elektor International Media het vaktijdschrift Elektronica overneemt van Mybusinessmedia.

Rendement Uitgeverij

In juni neemt Rendement Uitgeverij het vaktijdschrift BelastingBelangen over van Uitgeverij MKB Fiscaal Advies.

Varkens.nl

Op het eind van het jaar neemt AgriPers kennisplatform en vakblad Varkens.nl over van media-ondernemer Janneke Janssens. De uitgeefteams van Nieuwe Oogst en Varkens.nl werken al sinds 1 januari van dit jaar samen.
Varkens.nl was sinds september 2014 in eigendom van Janneke Janssens. Zij nam de exploitatie destijds over van Topigs Norsvin, waar zij sinds 2005 als hoofdredacteur werkzaam was. Janneke Janssens gaat zich na de overdracht volledig toeleggen op haar werkzaamheden voor Roodbont Publishers BV, waarvan zij sinds begin 2019 mede-eigenaar is.
Een opmerkelijk bericht: de politieke discussie over inkrimping van het aantal varkens en runderen in ons land, is dan al in volle hevigheid losgebarsten.

——NAAMSWIJZIGINGEN

KWPN Magazine

KWPN, het Koninklijk Warmbloed Paardenstamboek Nederland, wijzigt de naam van het (vak)tijdschrift voor sportpaardenfokkers In de Strengen, in KWPN Magazine. ‘In de Strengen’ wordt als ondertitel toegevoegd aan KWPN Magazine. Ook de verschijningsfrequentie wijzigt: KWPN Magazine verschijnt twaalf maal per jaar, terwijl In de Strengen eenentwintig maal per jaar verscheen.

Stichting Promotie Tabaksdetailhandel

Bij Stichting Promotie Tabaksdetailhandel (SPT) verschijnt het eerste nummer van NSO Retail Magazine. Het is de vervanger van Tabak2day, waarvan in december 2018 het laatste nummer verscheen.

MT MediaGroep

Bij MT MediaGroep verschijnt in april het eerste nummer van MT Insights. MT Insights is de voortzetting van Management Team, waarvan eind maart, na ruim 41 jaar, het laatste nummer verscheen.

——VERZELFSTANDIGD

Amsterdam University Press (AUP) wordt verzelfstandigd uit ‘UVA Ventures’, een onderdeel van de Universiteit van Amsterdam. Vorig jaar nog, vindt, met steun van UVA Ventures, een herstructurering plaats van de uitgeverij. Publicaties voor de ‘algemene markt’ ruimen dan het veld, ten faveure van publicaties voor wetenschappers en studenten, met name op de terreinen Azië-studies, Geschiedenis en Media & Communicatie. Jan Peter Wissink blijft de directie voeren over de uitgeverij.

——GESTOPT

De Museumvereniging en de misvatting van het jaar

Ook in maart, verschijnt, na veertig jaar, het laatste nummer van Museumvisie. De Museumvereniging, uitgever van Museumvisie, schrijft op zijn website: “Deze digitale tijd geeft nieuwe mogelijkheden en maakt een papieren blad niet alleen onnodig duur maar ook overbodig.” De tussenkop boven dit item geeft voldoende aan wat ik van deze (on)zin vind. Waarom? ‘Duur’ en ‘goedkoop’ zijn relatieve begrippen. Het gaat om het rendement op de geïnvesteerde euro’s. Het is mijn overtuiging dat de combinatie van een goed gemaakt (!) tijdschrift—’external paced’; door de uitgever—en een website/platform, het hoogste rendement oplevert. De keuze voor digitaal is, volgens mij, vaak alleen gestoeld op gebrek aan middelen; maar misschien is de Museumvereniging de uitzondering die mijn regel bevestigt.
Het ledenplatform museumcontact.nl moet de taken van het papieren blad overnemen, zo lees ik.

——FAILLIET

Het kon niet uitblijven: begin oktober verklaart de Rechtbank Overijssel Mybusinessmedia failliet. Het faillissement volgt op de in september 2019 verleende surseance van betaling.
Mybusinessmedia houdt al enige jaren ‘uitverkoop’. Bij iedere verkoop klinkt steevast dat de uitgeverij zich daardoor beter op de ‘core business’ kan richten. Wat ‘core’ heet, is bij de laatste verkoop kennelijk zo smal geworden, dat de uitgeverij er niet meer op kan steunen.
Mybusinessmedia maakt een doorstart.

Heb ik iets gemist? Laat me dat dan weten!

— gerelateerde posts

— credits

voor deze post werd, onder andere, gebruik gemaakt van de volgende bronnen: amweb.nl; flevopost.nl; inct.nl; insolventies.rechtspraak.nl; museumvereniging.nl; nederlandsmedianieuws.nl; Retriever medianieuws; tabaksdetailhandel.nl; uva.nl; Vakpersmuseum; varkens.nl; villamedia.nl; vmt.nl