Synchroniciteit:
fictie of non-fictie?

ToevalUitgevers zijn er meestal heel strikt in: ze doen fictie of non-fictie.
En toch is dit onderscheid niet altijd duidelijk. Omdat er nogal wat dingen gebeuren die we (nog) niet echt snappen. Bijvoorbeeld als je iemand ‘toevallig’ ontmoet, maar je het gevoel hebt dat het geen zuiver toeval is, dat het iets voor jou betekent, zonder dat je weet wat en waarom.

‘Dat is wel héél toevallig!’
Een patiënte van de befaamde arts en psycholoog Carl Gustav Jung (1875-1961) vertelde hem eens dat ze een droom had gehad, waarin een scarabee, een soort kever, voorkwam. Op het moment dat ze dat zei vloog zo’n kever Jung’s spreekkamer binnen, terwijl zulke insecten vrijwel niet voorkomen op de plaats waar Jung woonde. Het leek toeval, maar dat was het volgens Jung niet. Daarmee stelde hij dat er nog onbekende verklaringen mogelijk zijn voor gelijktijdig verlopende, samenhangende processen.

Synchroniciteit’, een acausaal principe van collectief onbewuste verbondenheid, noemde Jung dit, iets wat niet valt te verklaren door een oorzaak-gevolg-redenering. Je hebt zelf vast ook wel eens zo’n merkwaardige ontmoeting of gebeurtenis meegemaakt. ‘Dat is wel héél toevallig,’ zeg je dan. Bij zo’n ‘toevallige’ ontmoeting kun je spontaan een emotionele reactie voelen, of een koude rilling langs je rug. Je kunt zelfs energie krijgen. En een heldere gewaarwording dat het iets voor jou betekent. Een betekenisvolle samenloop tussen je innerlijke wereld en je buitenwereld. Op zo’n moment voel je dat er een verbinding is tussen jou en een ander mens, tussen jou en de natuur, of tussen jou en het universum.

Fictie?
Door veel westerse mensen worden zulke vermeende verbanden als onzin bestempeld. En helaas is het zo dat veel wetenschappers iets wat zij met hun, vaak specialistische, kennis niet begrijpen of zich kunnen voorstellen, snel wegzetten als ‘onmogelijk’, ‘niet bestaanbaar’, op z’n vriendelijkst als ‘mystiek’ of ‘fictie’. Maar als je je realiseert dat wat honderd jaar geleden voor ‘volstrekt ondenkbaar’ werd gehouden, inmiddels alledaagse realiteit is geworden, zou je er toch rekening mee kunnen houden dat die evolutionaire vooruitgang gewoon doorgaat. Misschien wel oneindig lang. Met alle nieuwe wetenschappelijke inzichten en technologische consequenties van dien. Al maken we die zelf niet meer mee. Het zou dus best kunnen dat Jung’s principe van synchroniciteit bestaat.

Biljoenen chemische microfabrieken
Je eigen lichaam bestaat uit biljoenen met elkaar verbonden cellen, stuk voor stuk ingewikkelde chemische microfabrieken met heel veel verschillende functies, die allemaal gelijktijdig en op elkaar afgestemd, als één geheel functioneren. Een toonbeeld van synchroniciteit dus! En toch, hoewel wetenschappers in algemene zin steeds beter kunnen beschrijven hoe in de natuur iets in elkaar zit en hoe iets werkt, begrijpen we niet waarom het er allemaal in alle verscheidenheid is, waarom het zo is en waarom het zo werkt. Net zo min begrijpen we het Grote Geheel, het universum, waar de planeet Aarde met al wat daaromheen en daarin en daarop is (inclusief jou dus), deel van uitmaakt.
[The Secret – Planet Earth].

In synchroniteit verbonden
Evenmin begrijpen we hoe mensen in synchroniciteit met elkaar en met andere delen van het universum verbonden zijn. En al helemaal niet het ‘waartoe’ van dat alles. Maar intuïtief weten, voelen dat je leven zin heeft, deel uitmaakt van een Groter Geheel, dat kan weer wel.

Henk van ’t Klooster

Print Friendly