Sneller redigeren in drie stappen

Microsoft Word - Document3In rondes werken, van breed naar detail, is een effectieve manier om snel te redigeren, om eerder te beginnen en om sneller af te ronden. Dat geldt ook voor schrijven.

De iPhone snort op zijn metalen bureaublad. Harm Ikan, redacteur van de Dobber, neemt ‘m afwezig op. ‘Met Harm’. Verschrikt houdt hij het mobieltje van zich af. Een stem schettert. ‘Waar blijven die twee artikelen. Eind van de ochtend moeten we de opmaak doorsturen. Je hebt nog twee uur.’ Harm is weer bij de les en kijkt vertwijfeld naar z’n stapels papieren.
Harm stelt altijd alles uit, hij kan daar weinig aan veranderen. Een probleem waar boeken en sites over zijn volgeschreven (‘procrastination’).

Meer lezenSneller redigeren in drie stappen

Welke krant denkt als een lezer?

Spoorzoeker 2

Welke krant denkt als een lezer, en laat die niet spoorzoeken? Ik herinner u even aan wat ik onlangs hierover in mijn blog schreef: “Vanochtend las ik ‘m weer, de papieren weekendeditie van de Volkskrant, bij het ontbijt. Dat begint met spoorzoeken. Leuke aankeilers op “de één”, maar waar kan ik er méér over lezen? Geen verwijzende paginanummers, zoals in de doordeweekse digitale edities. Terwijl het daarin juist minder zin heeft, tenzij je er ‘links’ aan toevoegt”.

De Volkskrant denkt dus anders, de NRC doet het goed.

Vergelijk komend ‘weekend’  beide kranten eens. En betrek daar ook andere bij: AD, de Telegraaf, het Parool, Trouw, Haarlems Dagblad, regionale kranten. Kijk eens naar uw eigen bladen. Denken die als een lezer? Zoals u, als u andermans bladen leest.

Edwin Kisman

 

Overzicht auteursrechtorganisaties

Auteursrechtorganisaties 1.0

auteursrechtorganisatiesKlik hier voor het overzicht van organisaties waarvan de ‘core business’ auteursrecht is. De organisaties zijn onderverdeeld in tekst-, beeldorganisaties en organisaties voor auteursrechten op geluid (muziek).
De link brengt u naar het publicatieplatform van Adobe. Alhoewel u het document daar—met alle interactiviteit werkend—kunt bekijken, kunt u het bestand niet downloaden naar de harde schijf van uw computer. Wilt u een interactieve pdf ontvangen, stuur dan een e-mail naar [email protected].

Tekst en beeld, samen de boodschap

Zorg er voor dat elk onderdeel van je artikel in dezelfde richting als de boodschap wijst. Zo bereik je synergie, een versterkend effect.

Microsoft Word - Document3’Kijk. Een prachtige foto en duur ook, maar op een of andere manier werkt-ie niet en ik weet niet hoe dat komt’
Marjatta Ebbelaar, hoofdredacteur van het blad over kwaliteit, Kappa, hangt een spread uit het jongste nummer aan de wand. Links een portret van een jonge vrouw, rechts de 36 punts kop ‘Kwaliteit loont’. Ze doet een stap achteruit en kijkt Ivar Been, art director van ‘dé Gids’, aan.
Hij werpt een snelle blik op de poster en zegt: ‘Ik weet niet wat er in je verhaal staat, maar de kop en de foto kijken verschillende kanten op, hebben verschillende boodschappen. Misschien staat er in de tekst weer iets anders’.

Meer lezenTekst en beeld, samen de boodschap

Sugar Daddies azen op Jonge Honden

2015 sugar daddyIn een artikel in de Volkskrant van 8 augustus beschrijft Eric van den Outenaar in zijn artikel “Start-ups zijn prima innovatiemotor denken Eneco, Aegon en KPN”; hoe grote concerns (ik noem ze even ‘sugar daddies’) samenwerking zoeken met of investeren in startende bedrijfjes “ waarvan de oprichters vaak net uit de schoolbanken zijn en nog geen ervaring hebben met het runnen van een bedrijf”. Grote zakken geld staan klaar.

Jonge Honden
Enerzijds hebben de ‘sugar daddies’ bewondering en waardering voor de impulsieve manier waarop de jonge starters te werk gaan, anderzijds beseffen zij dat hun eigen vaak verkalkte structuur zoiets niet toelaat. Daarom maar jonge honden omarmen, die binnen de kortste keren in die structuren verstikt raken. RIP.

Meer lezenSugar Daddies azen op Jonge Honden

Geboren: de herinnering aan Henk Verwoert (1952-2015)

Henk_Verwoert‘De geboorte van een herinnering’, was het thema dat Henk Verwoert gaf aan zijn uitvaart op 20 juli jl. Na afloop beschuiten met muisjes—blauwe en roze.

Henk Verwoert had vele kwaliteiten. Het Nederlands Uitgeversverbond (NUV) en zijn rechtsvoorganger de NOTU deden nooit tevergeefs een beroep op zijn ‘bestuurskundigheid’. De toenmalige Afdeling/Groep Vaktijdschriften vond in hem een gedreven bestuurder—en later een voorzitter—die pal stond voor de belangen van de kleinere vaktijdschriftuitgeverij. Henk was daarnaast actief in vele commissies en besturen die het belang van ook andere soorten uitgeverijen dienen. Jarenlang was hij lid van de Distributiecommissie die, onder meer, overleg voert en onderhandelt met de aanbieders van postdiensten. Meer dan een decennium lang was hij een vaste waarde in de onderhandelingsdelegatie voor de CAO voor Vaktijdschriftjournalisten. Medebestuurders herinneren zich zijn beleidsmatige inbreng, zijn serieuze aanpak, zijn kennis van vergaderstukken èn zijn humor.

Henks hoogtijdagen in het uitgeefvak zijn onlosmakelijk verbonden met Uitgeverij Compres in Leiden waarvan hij directeur was. Alhoewel gepokt en gemazeld met papieren uitgeefproducten, was het zijn uitgeverij die als één van de eersten een web portal lanceerde: Graphic Hall. Henk was er trots op dat met zijn team gerealiseerd te hebben in een tijd waarin vele collega-uitgeverijen—ook de grotere—nog stoeiden met een eenvoudige website.

Eric Ravestijn
oud-secretaris Afdeling/Groep Vaktijdschriften

Klanten Sdu staan voor een gesloten loket

2015 Eric SBOWie over kennisintensieve onderwerpen schrijft—bijvoorbeeld het Nederlandse belastingstelsel—kent de feiten, de dwarsverbanden en zijpaadjes en weet waar de valkuilen liggen. Zonder die kennis is het niet mogelijk een serieuze aanbieder van content over zo’n onderwerp te zijn. Een aantal uitgeverijen is erin geslaagd een stap verder te gaan dan het aanleveren van content: zij bouwden een software-schil rond de content die zij leveren. Die uitgeverijen leveren content en software aan de afnemers/gebruikers van hun uitgeefproducten; ik gebruik hier het woord ‘afnemers’ omdat ‘lezers’ de lading niet meer dekt. Daarmee druk ik ook uit dat de relatie tussen de uitgever en de afnemer is veranderd. De software van de uitgever is—in het gunstigste geval—een onmisbaar gereedschap/een tool geworden in het primaire proces van de afnemer. Een hechtere band—met alle commerciële mogelijkheden van dien—is het gevolg. Uitgeverijen die handig omgaan met die hechtere band krijgen meer inzicht in de wensen van hun afnemers en kunnen met dat inzicht hun tools nog beter afstemmen op de behoeftes van de klanten. Er komt in dat zichzelf herhalend proces een moment waarop de afstemming van de software op de wensen van de klant commercieel interessanter wordt dan de content zelf; op dat moment kan de content bij een derde partij/uitgever ingekocht worden. De uitgeverij is dan software-leverancier geworden met een steeds steviger positie in het primaire proces van de afnemer. Wolters Kluwer is daarin—onder leiding van Nancy McKinstry—zeer succesvol. Ook andere uitgeverijen, waaronder ReLex (Elsevier) en Sdu Uitgevers, bewandelen deze weg met succes. Overigens maken de genoemde uitgeverijen ook nog steeds klassieke (digitale) uitgeefproducten. Tot zover het goede nieuws.

Sdu Belasting Office

In het ‘slechte’ nieuws speelt Sdu Uitgevers (verder: Sdu) een belangrijke rol. Begin juli bracht deze uitgeverij naar buiten per 2016 te zullen stoppen met Sdu Belasting Office (SBO), software voor de fiscale aangifte, vooral in gebruik bij accountantskantoren. De aangifte over 2015 zal in 2016 niet met SBO kunnen worden gedaan Bij die beslissing van de uitgeverij heeft meegespeeld dat de software—naar de eisen van deze tijd, of, zo men wil, naar de waan van de dag—zou moeten migreren van de Windows- naar de cloud-versie. Anders gezegd: Sdu vindt dat het platform waarop SBO draait de grenzen van technologische houdbaarheid nadert.

Voorzover mij bekend zijn er maar een handjevol leveranciers van deze specifieke software. De ongelukkige samenloop van omstandigheden—buiten de invloedsfeer van Sdu—doet zich voor, dat ook een andere aanbieder van een soortgelijk product zijn twee bestaande softwarelijnen vervangt door één nieuwe. Dan ‘zijn de rapen gaar’: op het blog van ‘Accountancy van Morgen’ wordt gesproken van ‘crisisoverleg’ met SRA, een netwerkorganisatie van 370 zelfstandige accountantskantoren met 900 vestigingen in Nederland. In het blog staat: “in dit najaar moeten enkele duizenden kantoren met miljoenen aangiftes (gedwongen) migreren naar een nieuw pakket”.

Zwartepieten kent geen winnaars

Ik belde met Sdu om hun versie van het verhaal uit de eerste hand te horen en kreeg keurig houtsnijdende antwoorden op mijn vragen. Sdu heeft aangegeven er alles aan te doen om de ‘gedupeerden’ te helpen, maar blijft bij het standpunt dat er geen software komt voor de aangifte over 2015. Het zwartepieten begint: op het blog Accountancy van Morgen heet het: “Zij [de softwareleveranciers/uitgeverij; ER] behandelen het als een technisch probleem en niet als een verandertraject met alle complexiteit die daarbij komt kijken”. Eerder stelde de auteur van het blog al: “… dat de softwareleveranciers hier veel te lichtvaardig tegenaan kijken”.

Hoe reëel het is dat de SBO-afnemers van hun toeleverancier verwachten dat hij, ongeacht de marktomstandigheden, door gaat met serviceverlening? Hadden de accountants zelf moeten inzien dat het aantal aanbieders van de software tot een onverantwoord laag aantal was geslonken en dat dat hen kwetsbaar maakt? Had Sdu eerder moeten bedenken dat de ICT-ontwikkelingen—migratie naar de cloud—vroeg of laat ook hun producten zou raken? Heeft een uitgeverij van de omvang van Sdu iemand in dienst die dit soort ontwikkelingen volgt en daarover rapporteert? Hoe naïef is het van de accountants om te denken dat financiële motieven geen rol spelen bij toeleveranciers?

Allemaal vragen waarop ik de antwoorden niet heb, maar die wèl van belang zijn voor uitgeverijen die andere producten willen leveren dan de klassieke uitgeefproducten.

Schrijven zonder gelezen te worden?

Microsoft Word - Document3Je hebt er veel tijd in gestoken. Het is een goed artikel geworden, maar het wordt niet gelezen en alle moeite is voor niets. Voorkom dat. Zorg voor haakjes in het artikel, opvallende elementen waarmee je de lezer kunt boeien.

“Zeg speurneus. Hoe zit dit. Dit was een fantastisch artikel. Daar was iedereen ’t over eens. Vernieuwend, onthullend. Maar het scoort maar 8%, terwijl dat oppervlakkige verhaal van Vercrauwen volgens jullie wel 40% haalt. Hier klopt iets niet. Jullie hele onderzoek klopt voor geen meter!”.
AnaLyse Bremer schrikt op van de binnenstormende Paul Schrijver, die op hoge toon genoegdoening eist. Ze kijkt naar het artikel dat Paul haar voorhoudt.

Haakjes aanbrengen
“O, dat verhaal. Dat klopt. Het viel me op dat het me niet opviel. Heb ik dus niet gelezen. Niet omdat je verhaal niet goed is, maar gewoon omdat er geen enkel haakje in zat om mij, een voorbijvliegende lezer, te vangen. Dus àls er al belangrijke informatie in zat, dan heb je er niets aan gedaan om die parels zichtbaar te maken. Dat was bij Vercrauwen beter”.

Meer lezenSchrijven zonder gelezen te worden?

Spoorzoeken in de Volkskrant

SpoorzoekenVanochtend las ik ‘m weer, de papieren weekendeditie van de Volkskrant, bij het ontbijt.
Dat begint met spoorzoeken. Leuke aankeilers op “de één”, maar waar kan ik er méér over lezen? Geen verwijzende paginanummers, zoals in de doordeweekse digitale edities. Terwijl het daarin juist minder zin heeft, tenzij je er ‘links’ aan toevoegt.

Hoe komt dat? Denkt de redactie soms dat de lezers in het weekend twee dagen de tijd hebben om te spoorzoeken? Om het hele weekend de krant op te pakken en weer weg te leggen?

Of volgt de krant in het weekend de gewoonte van de publieksbladen die in de kiosk met uitdagende beweringen op de omslag de aandacht van de potentiële koper proberen te trekken en zich niet zo bekommeren om de vraag of de “content” wel gelezen wordt. Eerst kopen. Daarna mag je zoeken.

Bij vakbladen ligt dat anders. Geen infotainment, maar vak- of praktische informatie. Geen tijd voor spoorzoeken. Zo snel mogelijk naar het doel. Zo efficiënt  mogelijk de lezer vanaf de omslag daarheen leiden.

Ook voor publieksbladen zou dat geen kwaad kunnen. Wie weet verkoopt het zelfs beter. Al eens onderzocht? In ieder geval, baat het niet dan schaadt het niet.

Meer lezenSpoorzoeken in de Volkskrant

Een duidelijke briefing voorkomt ‘rework’

Microsoft Word - Document3Een duidelijke opdracht bespaart redactie, schrijvers, fotografen en illustratoren tijd en energie. Zij weten dan wat er van hen verwacht wordt. Dat voorkomt naderhand ‘rework’.

Karel, eindredacteur van De FiscaliTIJD, belt mr. Arie Starkenborg van het adviesbureau ADGM om hem een bijdrage voor het septembernummer te vragen. ‘FT’ is een tijdschrift voor fiscale consulenten en gespecialiseerde advocaten. Het geeft praktische, direct toepasbare informatie.

‘Hallo Arie, met Karel. Zou je weer eens wat voor ons willen schrijven?’.
‘Hangt er van af, Karel. Waarover?’
‘Die beperking van de renteaftrek voor hogere inkomens is onafwendbaar nietwaar? Kan jij met een praktisch verhaal komen over de gevolgen. Je weet al iets over onze lezers, maar ik stuur je nog een korte beschrijving van een deelgroep waarvoor je zou moeten schrijven. We hebben onlangs onze doelstelling wat bijgeschaafd. Stuur ik je ook. Kan je een zakelijk stuk schrijven met een berekening erbij en misschien een programmaatje dat de lezers kunnen downloaden van onze site? Dat zou fantastisch zijn, Arie’.
‘Dat lukt me wel. We hebben een eenvoudig programma voor onze relaties; dat zou ik kunnen gebruiken. Wanneer moet je het hebben en hoe lang moet het zijn?’.

Meer lezenEen duidelijke briefing voorkomt ‘rework’

Storyplanning: een goed artikel in minder tijd

Gezamenlijk een artikel plannen is inspirerend, motiverend en tijdsbesparend.

Het storyplan dat hier uit rolt, vormt de basis voor de briefing van schrijvers, fotografen, illustratoren en de opmaak.

Woensdag 8 juli, 10 uur.
De bespreekkamer van uitgeverij Leisure is volgestroomd.
De deur wordt gesloten.

Meer lezenStoryplanning: een goed artikel in minder tijd

Kassa: € 30 miljoen bespaard

Kort geleden werd het Papiervezelconvenant tussen de Stichting Papier Recycling Nederland en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten voor de vijfde maal verlengd. Dit convenant treedt met terugwerkende kracht tot 1 januari 2015 in werking tot 31 december 2018. Het papiervezelconvenant bespaart uitgeverijen op jaarbasis dertig miljoen euro. Eric Ravestijn vraagt Erik Timmermans, directeur van de Stichting Informatiecentrum Papier en Karton, uit te leggen hoe die besparing gerealiseerd wordt.

Om maar direct met de deur in huis te vallen: hoe zit dat met die besparing van dertig miljoen euro op jaarbasis?
Timmermans: “Die 30 miljoen euro is het verschil tussen een gezamenlijk gedragen verantwoordelijkheid—uitgewerkt in het papiervezelconvenant—en een systeem waarbij sprake is van een permanente afvalbeheerbijdrage zoals die geldt voor papieren en kartonnen verpakkingen. Zou zo’n afvalbeheerbijdrage ook voor grafische producten gelden, dan zouden de jaarlijkse kosten voor de branche ruim 30 miljoen euro bedragen.”

Geldt die besparing ook voor kleinere uitgeverijen?
Timmermans: “Jazeker. Bij een permanente  afvalbeheerbijdrage zouden ook kleinere uitgeverijen daaraan—naar rato—moeten bijdragen. Ook zij hebben dus baat bij het Papiervezelconvenant.”

Op welk deel van de afvalstroom van papier en karton heeft het Papiervezelconvenant betrekking?
Timmermans: “Het Papiervezelconvenant heeft betrekking op een deel van die afvalstroom. Ten eerste is het convenant beperkt tot het huishoudelijke papieren afval. Ten tweede gaat het alleen om niet-verpakkingen. Het gaat om grafische producten zoals tijdschriften, kranten, folders; producten van grote en kleinere uitgeverijen. Ook hygiënepapier zoals tissues en keukenrolpapier, en andere producten vallen onder de huishoudelijke niet-verpakkingen.“

Wat moet ik me voorstellen bij ‘andere producten’?
Timmermans: “Gebruiksaanwijzingen van allerlei producten bijvoorbeeld; maar ook bordspellen, bakpapier, kassabonnen, bierviltjes, et cetera. We realiseren ons nauwelijks hoeveel papier we dagelijks gebruiken.”

Hoeveel is er na deze beperkingen nog over van de totale papieren huishoudelijke afvalstroom?
Timmermans: “De stroom—ingezameld en gerecycled—papier en karton uit huishoudens bestaat voor ongeveer driekwart uit niet-verpakkingen en voor ongeveer een kwart uit verpakkingen van papier en karton. Het aandeel niet-verpakkingen is dus aanmerkelijk groter.”

Wat is het doel van het papiervezelconvenant?
Timmermans: “Het doel is om de inzameling en het hergebruik van oud papier te stimuleren en continu—onder alle omstandigheden—op een zo hoog mogelijk niveau te houden.”

Je zei net ‘onder alle omstandigheden’. Waarom die toevoeging?
Papier inzamelen is doorgaans een lucratieve bezigheid. Oud papier is geld waard; de waarde wordt bepaald—net als bij andere producten—door vraag en aanbod. Circa een derde van ons ingezameld oud papier wordt geëxporteerd.  Die export zorgt mede voor een hogere oud papierprijs. De inzameling is van groot belang. Zo heeft ruim 80 procent van het in Nederland gemaakte nieuwe papier en karton oud papier als grondstof. Als de prijs van oud papier te laag is, kan de inzameling ervan in gevaar komen. De opbrengstprijs is dan niet hoog genoeg om de kosten van inzameling te dekken. Naast het milieu zouden vele bedrijfstakken en gemeenten hier schade van ondervinden.
Dit gevaar werd erkend door de papierketen en daarom werd in 1998 PRN opgericht: een collectieve uitvoeringsorganisatie van het privaat-publieke inzamel- en herverwerkingssysteem van papier en karton.”

Het papiervezelconvenant is een afspraak tussen de Stichting Papier Recycling Nederland en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Op welke wijze dragen zij bij aan het verwezenlijken van de doelstelling?
Timmermans: “De inzameling bij huishoudens is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de gemeenten. Zij bepalen of, en hoe, verenigingen, (sport)clubs, scholen en kerken—al dan niet in samenwerking met professionele oud papierondernemingen—het oud papier inzamelen. Gemeenten zorgen ervoor dat wij ons oud papier en karton eenvoudig kunnen inleveren.
Stichting Papier Recycling Nederland (verder: PRN) monitort maandelijks de ingezamelde tonnen oud papier bij de aangesloten gemeenten en oud papierondernemingen. PRN rapporteert de resultaten van de monitor jaarlijks aan het ministerie van Infrastructuur & Milieu. De taken van PRN liggen vast in het Papiervezelconvenant.”

ConvenantHoe zorgt PRN ervoor dat de prijs van oud papier op peil blijft?

Timmermans: “Het PRN-systeem bevat twee belangrijke instrumenten: een afnamegarantie en een afzetgarantieprijs.
De Nederlandse papier- en kartonindustrie heeft in een overeenkomst met PRN vastgelegd dat zij in tijden van permanente lage internationale marktprijzen voor oud papier, het ingezamelde oud papier uit huishoudens en bedrijven zal afnemen. Het gevolg van deze afnamegarantie is dat oud papierondernemingen—verenigd in de Federatie Nederlandse Oudpapier Industrie (FNOI)—en gemeenten hun werkzaamheden onder alle omstandigheden kunnen voortzetten. De papierkringloop is met de afnamegarantie aan de basis geborgd. Voorts is een afzetgarantieprijs afgesproken voor oud papier. De afzetgarantieprijs zorgt ervoor dat oud papierondernemingen en gemeenten blijven inzamelen en verwerken, ook als de marktprijs van oud papier (te) laag is en deze de kosten van inzameling en verwerking niet meer dekt. In dat geval is sprake van een deficit. Het verschil tussen de marktprijs en de gegarandeerde prijs wordt in geval van een deficit betaald uit een fonds dat wordt gevuld door de PRN-partners die papieren en kartonnen producten—niet zijnde verpakkingen—op de markt brengen, zoals uitgeverijen en drukkerijen. Zij betalen op basis van het papier/kartongewicht van hun producten een bijdrage aan het fonds. De laatste keer dat het fonds van PRN voor een deficit geopend werd, was in 2009. Uit het fonds wordt naast het deficit ook het bureau van PRN (3 fte) bekostigd. Voor die systeemkosten wordt een maal per convenantperiode een heffing gedaan, wederom bij de ketenpartijen die papieren en kartonnen producten – niet zijnde verpakkingen – op de markt brengen.

Uitgeverijen betalen dus wèl!

Timmermans: “Ja. Voor de situatie waarin sprake is van een deficit geldt dat een heffing plaatsvindt. Zoals ik zei was de laatste maal dat er een beroep gedaan moest worden op het fonds voor een deficit in 2009. Een permanente afvalbeheerbijdrage zou jaarlijks veel meer kosten met zich meebrengen.
Het PRN-systeem is een solide vorm van samenwerking, die efficiënt, tegen relatief lage kosten en met beperkte administratieve lasten werkt. Het resultaat is dat Nederland al jaren in de wereldtop staat op het gebied van papierrecycling!”

Adieu Blendl, vaarwel PAPER

ByeByekopieDagelijks krijg ik per mail een overzicht van artikelen die door de inkopers van Blendle als favoriet worden beschouwd. „Must reads”. Na lange tijd was er een hit. Een artikel uit de NRC dat me interesseerde. Over de opleving van de huizenmarkt. Na het lezen dacht ik „had ik het gemist als ik het niet gelezen had?”. Nee.
Dat geldt eigenlijk voor het merendeel van het nieuws dat ik lees. Wat voor Blendl geldt, geldt ook voor PAPER, Myjour, eLinea, PressReader en vele andere digitale kiosken.

Wat bieden zij? Een mandje artikelen uit min of meer grote collecties kranten en tijdschriften. Een nuttige dienstverlening aan (potentiële) lezers, die het artikel anders nooit opgemerkt zouden hebben? Ook voor uitgevers aantrekkelijk, door de kans die zij krijgen een artikel dat zijn functie al eens heeft vervuld nog eens uit te baten? „Second life”.

Wat zijn de digitale kiosken of leesportefeuilles in feite? Handelaren in ‘content’ die door journalisten, redacteuren en uitgevers al voor een ander doel is gemaakt. Zoals handelaren in oud papier die oude kranten en tijdschriften verzamelen en verkopen. Nuttig.

Meer lezenAdieu Blendl, vaarwel PAPER

Tijdschriften maken bij tegenwind

Lezers consuminderen, oplages dalen, advertentieomzetten lopen terug. Uitgevers gaan noodgedwongen op zoek naar snelle saneringen vaak voordat ze besluiten tot verandering van de strategie.
Ze proberen de tering naar de nering te zetten en daarbij schade op lange termijn te vermijden. Een catharsis, waaruit een tijdschrift herboren tevoorschijn zou kunnen komen.

Een zuivering die normaliter regelmatig uitgevoerd zou moeten worden. Preventief onderhoud. Wildgroei snoeien, de vorm restaureren. ‘Pruning‘.

Wat te doen als de marges dalen?

Meer lezenTijdschriften maken bij tegenwind

Planning: tijd nemen om je route in kaart te brengen

Bezint eer ge begint en nog een aantal andere alledaagse gezegden en wijsheden, verwoorden waar het bij planning om gaat: het zorgvuldig voorbereiden van de beste weg naar je doel.

Rustig nadenken voor je ergens aan begint kost tijd.
Dat wordt vaak als overbodig ervaren. Liever wil je meteen beginnen met het uitwerken van een goed idee.

Plannen is onthaasten
Plannen is investeren met een hoog rendement. Het levert naderhand een tijdsbesparing op en leidt tot een beter eindproduct. Je hoeft maar zelden zaken over te doen en je weet waar en wanneer je  parallel kan werken.

Meer lezenPlanning: tijd nemen om je route in kaart te brengen